.
 

News 2008
article précédent image suivante

Vroeger maar niet omwille van goede redenen

De puberteit treedt vroeger in, alleszins bij meisjes. Maar waar vroeger deze transformatie van het lichaam van de adolescent als een aanwijzing van goede voeding werd beschouwd, spelen vandaag de dag andere redenen een rol die minder gunstig zijn voor de gezondheid.

Dr Jean Andris

News van:
20/02/08

het artikel drukken
We horen vaak zeggen dat de adolescentie vroeger begint en later eindigt sinds enkele decennia. Wat het einde betreft zijn het de psychiaters en psychologen die dat beweren omdat zij de adolescentie beschouwen als periode van afhankelijkheid. En we moeten grif toegeven dat door de langere studieduur en vooral door de socio-economische situatie onze jongeren langer bij hun ouders doet vertoeven, die periode van afhankelijkheid langer duurt. Dat gaat zover dat sommige specialisten van mening zijn dat de leeftijd waarop de adolescentie eindigt zou moeten herbekend worden op 25 jaar.

Meisjes wel, jongens niet
Wat het begin van de adolescentie betreft, daar wordt de puberteit in rekening gebracht. Is de leeftijd waarop die begint ook aan het veranderen ? Dat is de vraag die een hele reeks experts zich stelt. Dat werd gedaan in de Verenigde Staten maar hun conclusies gelden waarschijnlijk ook voor onze populaties in hoog geïndustrialiseerde landen. Een van de impactfactoren van deze vraag is dat de leeftijd van het begin van de puberteit over het algemeen wordt beschouwd als een indicator van een adequate voeding en groei. Maar het antwoord is niet eenduidig en als er een verandering is, kan men dan zeker zijn dat enkel de voeding een rol speelt? Als we de sinds het midden van de twintigste eeuw (sinds 1940) beschikbare gegevens tot 1994 vergelijken, lijkt zich in ieder geval een trend af te tekenen in de zin van een daling van de leeftijd van de menarche (eerste menstruatie) en van de ontwikkeling van de borstklieren. Dat gaat dus over de jonge meisjes. Maar bij de jongens is dat minder evident. De experts zijn van mening dat de gegevens onvoldoende zijn om hierover een conclusie te trekken. Het is zo dat men zich over het algemeen minder aan dit verschijnsel bij jongens interesseert behalve als hun puberteitsontwikkeling te laat optreedt.

Slechte oorzaak
De vraag blijft welke de oorzakelijke factoren kunnen zijn voor deze evolutie. En hier wringt het schoentje want als de voeding een rol kan spelen, dan gaat het niet goed. Inderdaad : niet enkel doet de toename van vetzucht de blootstelling aan oestrogenen (het vetweefsel maakt die aan) verhogen maar zij is ook verantwoordelijk voor alle kwalen die verband houden met het metabool syndroom.
Daarnaast is de leeftijd van de puberteit haar epidemiologisch belang aan het verliezen als merker van een goede voeding. Andere omgevingsfactoren spelen nu inderdaad een rol. Dat zijn de endocriene disruptors, chemische milieubestanddelen die de reactie op hormonen in levende organismen verstoren. En hier staan de oestrogeen-mimetica op de beklaagdenbank evenals de stoffen met een anti-androgeen effect. Dat dient uitgebreider bestudeerd, zo besluiten de experts.

Dr Jean Andris

Referentie:
Euling SY et al. Pediatrics 2008; 121 Suppl 3: S167-71.

hoog van bladzijde

Ontvangt de news in uw mailbox
U e-mail :
<< previous
next >>

Google

Web
H&F.be
 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés