.
 

Archieven> N°98 > artikel
article précédent image suivante

Oméga-6/Oméga-3 verhouding, essentieel voor de gezondheid

Het is sinds lang geweten dat de vermaarde omega-6 en omega-3 vetzuren, en meer specifiek hun onderlinge verhouding, een belangrijke invloed hebben op de gezondheid. Een onevenwichtige ratio tussen de twee families blijkt een belangrijke risicofactor te zijn bij de ontwikkeling van cardiovasculaire- en inflammatoire aandoeningen.

" HEALTH & FOOD " nummer 98, 2009

Uit epidemiologisch, klinisch en moleculair onderzoek, alsook uit mathematische modellen zijn er aanwijzingen dat de aanwezigheid van 25 % lange keten omega-6 vetzuren in het bloed een beschermende factor betekenen voor de ontwikkeling van degeneratieve aandoeningen in het algemeen en cardiovasculaire ziekten in het bijzonder.

Cholesterol en verzadigde vetzuren: onschuldig?
Overmatige inname van cholesterol uit de voeding en de consumptie van verzadigde vetzuren geven aanleiding tot een verhoogd cholesterolgehalte in het bloed en een verhoogd risico op cardiovasculaire aandoeningen. Deze vaststelling heeft met succes onze voedingsgewoonten beïnvloed. Eieren en vlees kregen hierdoor de status van ‘probleemvoedingsmiddelen’. Uit recent onderzoek blijkt dat het bloedcholesterol niet de primaire maar eerder een secundaire risicofactor betekent bij het ontstaan van cardiovasculaire aandoeningen. Er wordt ook gesteld dat de invloed van de voedselinname op de gezondheid van het hart te wijten zou zijn aan de vaststelling dat de vetconsumptie in het algemeen en de inname van verzadigde vetzuren in het bijzonder, sterk afwijkend is van het eetpatroon van onze verre voorouders.

Terug naar de voeding van weleer?
Als gevolg van de industriële revolutie is het aanbod en diversiteit van voedingsmiddelen waarover de consument van geïndustrialiseerde landen momenteel beschikt fundamenteel gewijzigd. Deze opmerkelijke veranderingen leidden tot een verhoging van de primaire productie teneinde aan de exponentiële toename en daarmee gepaard gaande behoefte van de consumenten te kunnen voldoen. De wijze waarop consumenten zich van voedsel bevoorraden is fundamenteel gewijzigd. Beetje bij beetje heeft de primitieve levensstijl van de jager-verzamelaar plaats gemaakt voor een sedentaire levensstijl waarbij de consument over een overvloed aan voedingsmiddelen beschikt.

Gelijklopend met deze evolutie is de inname van omega-6 vetzuren uit maïs- en zonnebloemolie door de consument opmerkelijk toegenomen. Ook in het voeder van dieren in de aanwezigheid van deze zaden opmerkelijk. Daarbij komt dat tezelfdertijd de inname van omega-3 vetzuren, afkomstig van groene groenten, wilde diersoorten, rivier- of zeevis drastisch is afgenomen.

Momenteel schommelt de verhouding omega-6/omega-3 vetzuren in ons modern voedingspatroon tussen 20-10 over 1. Millennia lang bedroeg deze verhouding 2-1 over 1. Een ander opmerkelijk gevolg van de evolutie van een jager-verzamelaarvoedingspatroon naar een modern voedingspatroon is dat de inname van antioxidanten – kenmerkend voor de prehistorische voeding – drastisch is gedaald. Nochtans kon wetenschappelijk worden aangetoond dat het genetisch profiel van de ‘moderne mens’ niet fundamenteel verschilt van onze ‘paleolithische voorouders’.


Lichaamsweefsel als indicator
Talrijke transversale retrospectieve en epidemiologische prospectieve studies zijn duidelijk: er is een duidelijk aantoonbaar verband tussen de verhoogde verhouding Omega-6/Omega-3 in het voedingspatroon van de laatste 150 jaar en de leeftijd waarop de eerste symptomen van de zogenaamde welvaartsziekten de kop opsteken. Deze zijn zoals algemeen bekend: cardiovasculaire aandoeningen, obesiteit, kankers, neurologische ontwikkelingsaandoeningen, … In een studie uitgevoerd in diverse landen op onze planeet, kwam William E. Lands in 2003 tot volgend besluit: er is een duidelijk aantoonbaar verband vast te stellen tussen de cardiovasculaire sterfte en het aandeel van lange keten omega-6 vetzuren (LCP’s) in vergelijking met de totale hoeveelheid lange vetzuurketens (omega-6 en omega-3) terug te vinden in het weefsel van de proefpersonen. Zo blijkt dat een inwoner van Groenland, waarbij slechts 30 % omega-6-LCP’s in zijn lichaamsweefsel terug te vinden is, 10 % minder risico op cardiovasculaire sterfte vertoont dan een Amerikaan met een gehalte van 80 % omega-6-LCP’s van de totale LCP’s in zijn lichaamsweefsel. Nog volgens dezelfde studie bedraagt het ideale percentage aan omega-6 vetzuren in het weefsel om een optimale bescherming tegen weefselontsteking en chronische aandoeningen te bieden, 25 % van de totale lange vetzuurketens.

Hoe deze verhouding bereiken?
De Meester et al., 1998, besluit uit zijn onderzoek dat door enkele eenvoudige ingrepen de verhouding Omega-6/Omega-3 opnieuw geoptimaliseerd kan worden. Het volstaat de samenstelling van het voeder van de veestapel licht te wijzigen, onder meer door de dieren opnieuw meer ‘als in het wild levend’ te voeren. Dit kan bijvoorbeeld door meer omega-3 rijke granen in te schakelen. Dit zou voldoende zijn om opnieuw een verhouding Omega-6/Omega-3 in het bloed van 1/1 te bekomen. Dit stemt overeenkomt met een verhouding van lange omega-6 vetzuurketens van ongeveer 25 % ten aanzien van de totale hoeveelheid lange ketenvetzuren. De vermaarde eieren rijk aan omega-3 zijn daar een sprekend voorbeeld van. Binnen een zelfde familie van vetzuren, lijkt de verhouding van verschillende bestanddelen eveneens belangrijk te zijn. Zo boog een internationaal comité van experten zich in 1999 over de vraag hoeveel verschillende types omega-3 vetzuren dagelijks moeten worden ingenomen om een betere bescherming tegen hartaandoeningen te verwerven. Hun aanbeveling luidde: een dagelijkse inname van 2200 mg alfa-linoleenzuur en 440 mg EPA + DHA vetzuren biedt de beste bescherming tegen cardiovasculaire aandoeningen, wat overeenkomt met een verhouding van 5:1. Verder onderzoek is evenwel noodzakelijk om de hypothese: ‘terug naar de oervoeding verlaagt het risico op inflammatoire en/of cardiovasculaire aandoeningen’ te bevestigen

Alexandre Dereinne, Diëtist

Referenties

Colombus. The Colombus Concept. Towards a New Ancient Standard in Lipid Nutrition. Satellite Workshop. Walnut-20. March 10. 2009.

De Meester. Watson. Wild-Type Food in Health Promotion and Disease Prevention. The Colombus Concept. Humana Press. 2008.

De Meester. Meat and egg can be healthy.17/08/04.
http://www.globalcube.net/clients/columbusl/content/medias/download/scientific_aspect/library/MKT024Meat-Eggs.pdf Consulté en avril 2009.

Premier Congrès international sur le Concept Colombus. Déclaration commune. Washington DC. Septembre 2002.
http://www.globalcube.net/clients/columbusl/content/medias/download/scientific_aspect/common_statement/Com_Stat_2002_Fr.pdf Consulté en avril 2009.

Satellite Workshop on the Columbus Concept. Beyond Cholesterol: The Tissue. Satellite Workshop of the 1st Congress of the International Society of Nutrigenetics/Nutrigenomics. Athens. 2007
http://www.globalcube.net/clients/columbusl/content/medias/download/scientific_aspect/common_statement/ISNN_Summary_2007_En.pdf Consulté en avril 2009.

hoog van bladzijde


Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés