.
 

Archieven> N°98 > artikel
article précédent image suivante

Probiotica: een verhaal op zich

Sinds meer dan een eeuw wordt de hypothese aangehouden dat het toevoegen van probiotica aan zuivelproducten heilzaam is voor de gezondheid en de levensduur verlengt.

" HEALTH & FOOD " nummer 98, 2009

Het wereldwijd aanbod van gefermenteerde melkproducten is opmerkelijk. De melksoort hiervoor gebruikt kan afkomstig zijn van de koe, geit, schaap, buffel, ezel of kameel. De fermentatie gebeurt met melk (al dan niet afgeroomd), geconcentreerde melk, mager melkpoeder, … die voorafgaandelijk een thermische behandeling onderging. Vervolgens wordt de melk geënt met goedaardige micro-organismen, behorend tot een specifieke stam met karakteristieke eigenschappen. Gefermenteerde melk bestaat sinds mensenheugenis en heeft al verschillende fermentatiegeneraties gekend. Bij de eerste generatie (van 800 v Chr. tot 1900 na Chr.) was de microflora niet gekend. De fermentatie verliep op een niet gecontroleerde wijze. Sinds 1910 gebeurt de fermentatie op een gecontroleerde wijze en worden specifieke melkzuurbacteriën gebruikt. De bacteriële selectie, in hoofdzaak van humane origine, startte in 1921. Sindsdien worden de probiotische stammen alsmaar selectiever en zoekt men naar steeds betere probiotische eigenschappen, heilzaam voor de gezondheid van de mens.

Oorsprong van probiotica
Om de melk te laten fermenteren worden doorgaans zowel thermofiele als mesofiele melkzuurbacteriën gebruikt. De optimale groeitemperatuur van de eerste generatie bedroeg 45 °C., bacteriestammen die momenteel nog steeds gebruikt worden voor het bereiden van yoghurt. Voorbeelden daarvan zijn onder meer Lactobacillus delbrueckii en Streptococcus thermophilus. Later werden ook mesofiele bacteriën aangewend. Hun optimale ontwikkeltemperatuur ligt rond de 30°C. Veel gebruikte stammen zijn hier bijvoorbeeld Lactococcus lactis en Leuconostoc mesenteroïdes. Pediococcus acidilactici kent een minder ruime toepassing. Op basis van onderzoeken, onder meer uitgevoerd door Tessier in 1906 en Metchnikoff in 1908, werd de idee geopperd dat de inname van levende melkzuurbacteriën wellicht heilzaam kan zijn voor de gezondheid. Het is uit deze tijd dat de term ‘probiotica’ stamt. Volgens de FAO (Food and Agricultural Organisation of the United Nations) en de WGO worden probiotica omschreven als: ‘levende micro-organismen die, op voorwaarde dat ze in voldoende mate worden ingenomen, een heilzame invloed hebben voor de gastheer bovenop de initiële nutritionele eigenschappen’. De probiotica die in de gefermenteerde melksoorten worden gebruikt zijn micro-organismen die melkzuur produceren. De meest gebruikte stammen zijn: Lactobacillus acidophilus (L. acidophilus), L. casei, , L. plantarum, L. reuteri, L. johnsonii et Bifidobacterium bifidum (B. Bifidum), B. longum, B. Breve, B. animalis. Ook gisten kunnen als probiotica worden aangewend. Zo isoleerde Henri Boulard, een Franse microbioloog uit Indochina, begin de jaren 1920, een nieuwe giststam die hij de naam Saccharomyces boulardii meegaf. De gistvariëteit wordt veel meer in Europa dan in Noord Amerika gebruikt.

Doeltreffende eigenschappen.
Per definitie is een probioticum een micro-organisme dat, op voorwaarde dat het in voldoende mate wordt ingenomen, gezondheidsbevorderende eigenschappen biedt voor het lichaam. Om doeltreffend te zijn moeten de bacteriën levend worden ingenomen en moet hun levensvatbaarheid voldoende sterk zijn om doorheen het spijsverteringskanaal van de gastheer actief te blijven. Ze moeten ook kunnen koloniseren in de darm en in staat zijn zich aan de darmmucosa van het maagdarmstelsel vast te hechten. Mogelijk andere eigenschappen van bacteriestammen zijn dat ze in staat zijn antimicrobiële stoffen aan te maken, bijvoorbeeld bacteriocines. Probiotica kunnen ook de intestinale zuurtegraad doen dalen. Dit kan door de ontwikkeling van melkzuurproducerende micro-organismen te stimuleren, die op hun beurt de ontwikkeling van andere heilzame micro-organismen promoten. Een ideaal probioticum zou in staat moeten zijn een immunitaire respons ter hoogte van de darmslijmvliezen te induceren, wat een specifieke gezondheidsboost geeft aan de gastheer. Tenslotte zou een probioticum in staat moeten zijn zich aan te passen aan een gezond maagdarmstelsel, de aanwezige natieve en gezonde flora niet negatief te beïnvloeden en zeker onschadelijk te zijn voor de gastheer. Belangrijk in dit ganse verhaal is dat de probiotische eigenschappen specifiek zijn voor iedere bacteriesoort. Verder moet onderkend worden dat de kennis die sinds generaties is opgebouwd degelijk is onderbouwd en dat de moderne wetenschap steeds op zoek is naar nieuwe gezondheidsbevorderende eigenschappen van probiotica.

De Redactie

Referenties

Azizpour K, Bahrambeygi S, Mahmoodpour S et al. History and Basic of probiotics. Research Journal of Biological Sciences 2009; 4: 409 – 426.

Institut Rosell-Lallemand. Communiqué de presse: la flore intestinale et les probiotiques jouent un rôle sur le stress et le comportement
http://www.prnewswire.co.uk/cgi/release?id=243487
Franstalige site, geconsulteerd in maart 2009

Jamieson laboratories. Probiotic Sticks
http://www.jamiesonvitamins.com/library/misc/6dd08032-60dc-4fa5-bc03-29de41fd3f8f.pdf
Engelstalige site, geconsulteerd in maart 2009

Lesniewska V, Rowland I, Cani PD et al. Effect on components of the intestinal microflora and plasma neuropeptide levels of feeding Lactobacillus delbrueckii, Bifidobacterium lactis, and inulin to adult and elderly rats. Appl Environ Microbiol. 2006; 72: 6533 - 8

hoog van bladzijde


Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés