.
 

Archieven> N°98 > artikel
article précédent image suivante

Zelfcontrole van de glycemie, aanbevolen

Een belangrijke parameter bij patiënten met type 2 diabetes is de controle van de glycemie. Toestellen die een zelfmeting van de plasmaglucose toelaten vergemakkelijken die controle.

" HEALTH & FOOD " nummer 98, 2009

De prevalentie van diabetes neemt met een alarmerende snelheid toe. Hyperglycemie op zich is niet bepalend voor de aandoening, maar is wel de oorzaak van specifieke symptomen en verwikkelingen op lange termijn. Een passende beheersing van de glycemie verlaagt de incidentie en de ontwikkeling van microvasculaire schade als gevolg van de ziekte. In de loop van de jaren 70-80 werden twee revolutionaire technieken op punt gezet: de zelfcontrole door de patiënt en de meting van de geglycosyleerde hemoglobine (HbA1C). Studies tonen aan dat zelfcontrole leidt tot beter glycemiewaarden.

Van dag tot dag
Zoals algemeen geweten laat zelfmeting toe, door middel van een kleine hoeveelheid bloed verkregen na een prik in het topje van een vinger, de glycemie zelf te bepalen. Een degelijke controle van de glycemie staat borg voor een beter levenskwaliteit van de diabetische patiënt. Het ter beschikking stellen van zelfmetende toestellen heeft de behandeling van de pathologie drastisch gewijzigd. Dank zij de raadgevingen van de behandelende arts, verzekert de patiënt er zich van dat de glycemie perfect onder controle is. Toch is voorzichtigheid geboden: er zijn aanwijzingen dat de waarden verkregen via de glucosemeters niet even nauwkeurig zijn als die bepaald door klinische laboratoriumtechnieken. Nochtans voldoen de zelfcontrolerende toestellen aan de opgelegde normen. Ook het innemen van bepaalde medicatie (zoals bijvoorbeeld dopamine, vitamine C) kan het meetresultaat beïnvloeden.

Erkend voordeel
Het aantal patiënten dat een dagelijkse zelfcontrole toepast neemt gestadig toe. In 1994 was dit nog 36%, in 2003 was het percentage gestegen tot 58%. Onnodig het klinisch belang hiervan te onderlijnen. Een tiental jaren terug hadden bepaalde onderzoekers hun bedenkingen bij het nut van een zelfcontrole. Ze stelden dan aanvullende gegevens noodzakelijk waren. Tal van klinische studies gingen dieper in op het aspect ‘zelfcontrole’. De eerste niet gerandomiseerde studies wezen op het positief effect van een zelfgecontroleerde glycemie. Hieruit bleek ook duidelijk dat patiënten die regelmatig hun glycemie bepalen, ook diegenen zijn die begaan zijn met hun gezondheidstoestand. Meer nog, uit een grootschalig cohortonderzoek, waaraan 24.000 personen deelnamen, bleek dat bij patiënten die zichzelf controleren de HbA1C-waarde met 1% daalt. Zonder twijfel is dit een niet te verwaarlozen aspect. Uit het resultaat van een Canadees onderzoek bleek dat de HbA1C-waarde van patiënten, gebruik makend van een zelfcontrolerend toestel, beduidend lager ligt dan die van patiënten die er geen gebruik van maken. Nog zes andere gerandomiseerde klinische studies rapporteren een significant voordeel bij zelfcontrole, met name een verlaging van de geglycosyleerde hemoglobine.

Hoe te gebruiken?
Al diegenen betrokken bij de behandeling van diabetici beweren unaniem dat een goede communicatie tussen patiënt en behandelende arts van kapitaal belang is voor een regelmatige en doeltreffende controle door de patiënt zelf. De frequentie van de zelfcontrole moet geval per geval bekeken worden. Het is duidelijk dat een frequentere zelfcontrole meer aangewezen is bij diabetici met een instabiele glycemie. Vaak vertonen deze patiënten momenten van een hypoglycemie, wat een aangepaste behandeling vergt. De door de American Association of Diabetes (ADA) aanbevolen nuchtere glyemiewaarden schommelen tussen 90 en 120 mg/dl (5,0 tot 7,2 mmol/l) en een postprandiale glycemie lager dan 180 mg/dl (10 mmol/l). Het tijdstip van de meting is evenwel een punt van discussie. Volgens sommige onderzoekers weerspiegelt de glycemiemeting, uitgevoerd rond 17.00 uur, de beste status van de geglycosyleerde hemoglobine. Niettemin wordt aan type 2 diabetespatiënten aanbevolen drie metingen per dag uit te voeren: de eerste in nuchtere toestand, een tweede in postprandiale toestand (twee uur later) en een derde meting tijdens een postabsorptie periode (om 17.00 uur). Voor een zwangere vrouw is het bereiken van een normale glycemiewaarde van primordiaal belang. In dit verband kon de noodzaak om de postprandiale glycemie te meten, duidelijk worden aangetoond.

Niet voor de HbA1C

De geglycosyleerde hemoglobine weerspiegelt de glycemie over een periode van verschillende maanden. De vermaarde ‘Diabetes Control and Complications Trial’ (DCCT) toont duidelijk een nauw verband tussen de geglycosyleerde hemoglobine en glycemie aan. Iedere procentuele daling van de HbA1C met 1 % komt overeen met een daling van ongeveer 35 mg/dl (2 mmol/l) glucose in het bloed. Een daling van de HbA1C leidt eveneens tot een daling van de micro-albuminurie alsook van het neuropatisch en nefropatisch risico. Talrijk zijn de onderzoeken die aantonen dat de controle van de geglycosyleerde hemoglobine een belangrijke parameter is bij diabetici. Iedere daling ervan vermindert het risico op complicaties. Zelfbepalende HbA1C tests worden momenteel gecommercialiseerd, maar tot op heden heeft nog geen enkele studie kunnen aantonen of ze al dan niet geschikt zijn. Het is derhalve nog niet uitgemaakt of ze aan te bevelen zijn. Daarenboven is het moeilijk een geglycosyleerde hemoglobinedrempel te bepalen, gezien het hypoglycemisch risico stijgt bij lage HbA1C-waarden. De drempel aanbevolen door de ADA om het risico op complicaties te voorkomen, is vastgesteld 7%.

Zelfcontrole aanmoedigen

De glycemische controle is dus een sleutelelement voor de diabetespatiënt. Immers, een hyperglycemie leidt tot ernstige klinische complicaties van de ziekte. Zelfcontrolerende toestellen zijn beschikbaar op de markt. Hiermee kan de patiënt verscheidene keren per dag zijn/haar glycemie bepalen. De glucosewaarde is eveneens een aanwijzing voor de geglycosyleerde hemoglobine. Een uitgebreid onderzoek toonde aan dat een goede controle van dit hemoglobine, secundaire diabetescomplicaties voorkomt. Door een zelfcontrole van de glycemie kunnen doelgerichte HbA1C-waarden bepaald worden, bedoeld om het risico op complicaties te beperken.

De Redactie

Referenties

Saudek C et al. Assessing Glycemia in Diabetes Using Self-monitoring Blood Glucose and Hemoglobin A1C. 2006. JAMA; 295: 1688 – 1697.

hoog van bladzijde


Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés