.
 

Archieven> N°69 > artikel
<< previous next >>

Prikkelbaar colon : hoe patiënten ermee leven

Het syndroom van het prikkelbaar colon blijft voor de medische wereld nog grotendeels onbekend terrein. Specialisten beschrijven wel diagnostische criteria en stellen consensus op, maar er blijven toch nog heel wat vragen onbeantwoord. Ondertussen blijft de aandoening voor de patiënt een zwaar te dragen last, die zeer pijnlijk kan zijn, en bij sommige patiënten tot zelfmoordgedachten leidt.

Door Jean Andris

" HEALTH & FOOD " nummer 69, Januari/Februari 2005

het artikel drukken

Het is niet eenvoudig om de functionele spijsverteringsstoornissen te omschrijven. De woorden die door de patiënten gebruikt worden zijn niet altijd erg duidelijk, zelfs soms onjuist of ondoordacht. Het stellen van de diagnose is dan ook niet eenvoudig en dit in weerwil van de opgestelde criteria van Rome II (consensus die tot stand kwam tijdens een bijeenkomst van experts in de Heilige stad). De consensus stelt dat, vooraleer daadwerkelijk over functionele stoornissen te kunnen spreken, eerst een aantal vaststellingen moeten bevestigd worden. Hierbij werden enkel objectieve criteria vooropgesteld die geen rekening houden met de aanwijzingen van de patiënt. Al bij al wordt de levenskwaliteit van de patiënt aanzienlijk aangetast door deze ziekte.

Prikkelbaar colon : criteria van Rome II*

Chronologie
Minstens 12 weken
Niet noodzakelijk opeenvolgend
Tijdens de laatste 12 maanden
Symptomen
Ongemak en pijn in de buik
Minstens twee van volgende karakteristieken doen zich voor :
- Pijn verminderd door ontlasting
- Plots optreden van pijn samengaand met een wijziging in de frequentie van de stoelgang
- Plots optreden van pijn samengaand met een wijziging in de vorm (uiterlijk) van de stoelgang
Suggestieve symptomen gepaard gaand met
Abnormale frequentie van ontlasting (meer dan drie maal per dag of minder dan drie maal per week)
Abnormaal uitzicht van de stoelgang (korrelig, hard, zacht, waterig, …)
Abnormale uitscheiding (dringend, gevoel van onvolledige lediging, moeten persen, …)
Aanwezigheid van slijm
Opgezet of opgeblazen gevoel van de buik

*Gut, 1999,45 Suppl 1

Overlapping is troef

Enkele jaren geleden organiseerde een internationaal onderzoekteam een bevraging bij een steekproef van 8 250 gezinshoofden. Het doel van het onderzoek was gegevens te verzamelen omtrent het voorkomen van functionele darmaandoeningen, socio-economische verbanden te leggen en de gevolgen op de algemene gezondheid van patiënten lijdend aan deze aandoening in kaart te brengen. In de Verenigde Staten beantwoordden 5 430 personen de vragenlijst. Deze was gebaseerd op de diagnostische criteria die vóór de tweede consensusbijeenkomst van Rome (Rome II) werden gehanteerd en hadden betrekking op het ganse maagdarmstelsel. 69 % van de respondenten was van het blanke ras, 51 % was van het vrouwelijk geslacht en de gemiddelde leeftijd schommelde rond de 50 jaar.
Uit het onderzoek bleek dat 69 % van de ondervraagden melding maakte van functionele verteringssymptomen. De onderzoekers bestempelden deze aandoening dan ook als het ware als “normaal onderdeel van het dagelijks leven”. Het aandeel van de klachten in functie van de diverse organen was : 42 % klachten met betrekking tot de slokdarm, 26 % maag en darmen, 44 % dikke darm en 26 % ano-rectale klachten. Deze cijfers wijzen overduidelijk op een niet te verwaarlozen overlapping van klachten met betrekking tot de diverse delen van het maagdarmstelsel.

Gemeenschappelijke werkingsmechanismen?

De gerapporteerde overlapping wijst er op dat de mechanismen die aan de basis van de gerapporteerde pijnen liggen niet specifiek zijn voor aangetaste onderdeel van het maagdarmstelsel. Vermoedelijk spelen etiologische of gemeenschappelijke beïnvloedende factoren hierbij een rol. Wellicht hebben nog niet duidelijk gekende fysiologische factoren een invloed op het geheel van de motiliteit van het verteringsstelsel en leiden bepaalde socio-culturele en/of gedragsfactoren tot een overdreven perceptie van de geuite gewaarwordingen.

In deze context neemt men aan dat het feit dat dit soort klachten meer voorkomt bij personen met een lager inkomen (het verband is overduidelijk) mogelijk een verklaring vindt door de aanwezigheid van een grotere sociale stress. Maar ook slechte voedingsgewoonten, min of meer eigen aan minder begoede milieus, kunnen evengoed als verklaring worden aangehaald.

Het risico op absenteïsme is dubbel zo groot in vergelijking met personen zonder functionele spijsverteringsstoornissen. Het aantal dagen afwezigheid als gevolg van deze spijsverteringsklachten, zij het op school of op het werk, benadert de negen dagen per jaar. Niet enkel het aantal doktersbezoeken als gevolg van maagdarmklachten ligt hoger, ook de bezoeken die geen verband houden met gastro-intestinale klachten ligt beduidend hoger. Bij klachten in verband met chronische aandoeningen, zoals bijvoorbeeld het syndroom van het prikkelbare colon, is deze vaststelling nog meer uitgesproken. Symptomen ter hoogte van de bovenste gedeelte van het spijsverteringsstelsel worden vaak door ‘zelfbehandeling’ opgelost of worden gewoonweg genegeerd. Symptomen vanaf het distaal deel van het maagdarmstelsel daarentegen, die vaak met pijngewaarwording gepaard gaan, zijn doorgaans wel voldoende reden om een arts te consulteren. Ook hierbij wordt vaak het syndroom van het prikkelbare colon vastgesteld.

Diepere oorzaak uit het verleden ?

Een niet te verwaarlozen aantal patiënten zou in het verleden seksueel misbruikt zijn geweest. Salmon et al. onderzochten deze denkpiste bij 64 patiënten lijdend aan het syndroom van een prikkelbaar colon en bij 61 andere patiënten met verteringsklachten als gevolg van een fysieke aandoening. De patiënten beantwoordden vragen waaruit seksueel misbruik tijdens de kinderjaren, of zelfs nog op volwassen leeftijd, kon worden achterhaald. Ook andere gedragingen zoals gespleten persoonlijkheid (vervreemding aan de realiteit), somatiseren (omzetten van geestelijke in lichamelijke klachten), emotionele ontreddering kon worden vastgesteld. Uit de resultaten bleek dat patiënten lijdend aan een prikkelbaar colon verhoudingsgewijs vaker melding maakten slachtoffer te zijn geweest van seksueel misbruik in het verleden (zij het in hun kinderjaren of nog op volwassen leeftijd), van fysieke mishandeling of van psychologisch misbruik en dit in vergelijking met de referentiegroep (de patiënten met fysieke aandoeningen). Ze waren ook angstiger en depressiever. Ze somatiseerden meer en verkeerden vaker in een toestand van gespleten persoonlijkheid.

Bij nader onderzoek van de resultaten uit de vragenlijsten kon verder een duidelijk causaal verband tussen deze situaties worden aangetoond. De auteurs stellen dat deze link, althans gedeeltelijk, te wijten is aan het feit dat dergelijke ervaringen tot een dissociatiegedrag leiden en dat dit op zijn beurt over het algemeen de fysieke symptomen accentueert. Het blijft evenwel onduidelijk hoe deze intensifiëring van fysieke symptomen op zich aanleiding kan geven, althans bij bepaalde patiënten, tot het prikkelbaar colonsyndroom.

Sombere gedachten

Het kan niet ontkend worden dat een toestand van ontreddering bij deze personen verstrekkende gevolgen kan hebben. Miller et al. onderzochten de zelfmoordideeën bij drie groepen van patiënten : een eerste groep bestond uit 100 patiënten met een prikkelbaar colonsyndroom die een tertiaire behandeling kregen (verblijvend in gespecialiseerde centra of gehospitaliseerd). Een tweede groep, eveneens 100 patiënten, kreeg secundaire zorgen (lokaal ziekenhuis) en een derde groep, die enkel primaire zorgen kreeg (begeleiding van de huisarts of lokaal medisch centrum). De onderzoekers stelden scores op van de patiënten op een schaal waaruit gevoelens van angst en depressie konden worden bepaald. Aan de patiënten werd gevraagd of ze reeds zelfmoordgedachten hadden gehad of pogingen daartoe hadden ondernomen. 38 % van de patiënten met tertiaire zorgen had, als gevolg van hun symptomen, reeds aan zelfmoord gedacht. Vijf patiënten uit deze groep deden zelfs al een zelfmoordpoging. Gelijkaardige antwoorden van sombere gedachten verkreeg men van 16 % (en respectievelijk 4 %) van de patiënten uit de tweede én derde groep. De gemiddelde score bij de tweede groep patiënten met betrekking tot depressiviteit en angstgevoelens reikte tot net onder de drempel van depressie, terwijl deze drempel bij de derde groep patiënten overschreden werd. Als besluit stelden de onderzoekers : enerzijds weegt de ernst van de symptomen alsook een ontoereikende verzorging bijzonder zwaar op de kwaliteit van het leven bij deze patiënten, en anderzijds kan het syndroom van een prikkelbaar colon, in een toestand van ontreddering tot zelfmoordgedachten leiden, een situatie waarmee bij de behandeling van deze aandoening ernstig rekening moet worden gehouden.

Dr. Jean Andris

Referenties :

Drossman DA et al. U.S. householder survey of functionnal gastrointestinal disorders . Prevalence, sociodemography, and health impact. Dig Dis Sc 1993; 38: 1569-80

Miller V et al. Suicidal ideation in patients with irritable bowel syndrome.Clin Gastroenterol Hepatol 2004; 2: 1064-8

Salmon P et al. Abuse, dissociation, and somatization in iritable bowel syndrome : towards an explanatory model. Behav Med. 2003; 26:1-18

hoog van bladzijde

<< previous

Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés