.
 

Archieven> Artikel> N°57
<< previous next >>

Vetten, adolescentie en borstkanker

Door Nicolas Guggenbühl

" HEALTH & FOOD " nummer 57, Januari/Februari 2003

het artikel drukken

Een vetrijke voeding werkt vermoedelijk borstkanker in de hand; nochtans is dit verband niet vanzelfsprekend. Er zijn aanwijzingen dat de voeding tijdens de adolescentie wel eens doorslaggevend zou kunnen zijn. Dit vermoeden blijkt althans uit een zeven jaar durende studie bij 286 meisjes van 8-10 jaar. Een deel onder hen volgde een relatief vetarme voeding met weinig verzadigde vetzuren, de andere groep werd als controlegroep aanzien. Bij de meisjes die minder vet aten stelden de onderzoekers na vijf jaar vast dat de waarden voor het totaal oestradiol, het niet aan het SHBG (Sex Hormone Binding Globulin) gebonden oestradiol, oestrone en het oestronesulfaat significant lager waren (-20 tot -30 %) tijdens de eerste helft van de menstruele cyclus. Het testosterongehalte was tijdens de tweede helft van de menstruele cyclus met 27,2 % gestegen. Na zeven jaar was bij de interventiegroep het progesterongehalte tijdens de tweede helft van de cyclus tweemaal lager in vergelijking met de controle groep. Rekening houdend met de veronderstelling dat geslachtshormonen een rol spelen bij de ontwikkeling van borstkanker, versterken deze resultaten de hypothese dat de inname van vetten tijdens de adolescentie een invloed heeft op de ontwikkeling van borstkanker op latere leeftijd.

Nicolas Guggenbühl

Referentie:
Dorgan JF et al. J Natl Cancer Inst 2003;95:132-41.

hoog van bladzijde

<< previous

Google

Web
H&F.be
 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés