.
 

Archieven> N°99 > artikel
article précédent image suivante

Voedingsallergieën en -pseudoallergieën: niet te verwarren!

De termen « voedingsallergie» en « voedingspseudo-allergie » zijn nog erg abstracte begrippen voor het brede publiek. Deze twee aandoeningen komen nochtans in onze streken alsmaar frequent voor. Daarom is het belangrijk ze van elkaar te onderscheiden.

" HEALTH & FOOD " nummer 99, 2009

Het lijkt erop dat er een ware verwarring bestaat bij onze medeburgers als we spreken over voedingsallergie of over niet allergische voedingsovergevoeligheidsreacties of voedings-pseudo-allergie. Een werkgroep met de naam NASSA (Nutrition, Alimentation et Santé y compris Sécurité Alimentaire) heeft een document gepubliceerd om in deze materie klaarheid te vershaffen.

Enerzijds : immunologische reactie

Voedingsallergie is een reactie van overgevoeligheid veroorzaakt door immunologische mechanismen die objectieve reproduceerbare symptomen uitlokt na inname van een voedingsallergeen. We kunnen hierbij overgevoeligheidsreacties onderscheiden die gemedieerd worden door IgE en vertraagde overgevoeligheidsreacties.

De symptomen van voedingsallergie zijn heel gevarieerd. Ze kunnen zich voordoen als een eenvoudige opstoot van urticaria, van eczeem, braken, diarree maar er kunnen ook ernstiger verschijnselen optreden met larynxoedeem, astma of anafylactische shock. Soms kan inname of inademen van een zeer kleine hoeveelheid voedingsmiddel of zelfs huidcontact alleen al ermee volstaan om een opstoot te veroorzaken.

Verschillende voedingsmiddelen kunnen een voedingsallergie uitlokken. Bij kinderen is dat aantal beperkt omdat slechts 5 middelen verantwoordelijk zijn voor bijna 80 % van de reacties : eieren, koemelk, pindanootjes, vis en schaalvruchten (noten). Bij volwassenen gaat her voornamelijk om fruit en groenten (appel, perzik, kiwi, banaan, selderij, wortel...), pindanoten en schaalvruchten.

De prevalentie van voedingsallergie in de algemene populatie bedraagt 2 tot 3 % en bijna 6 tot 8 % in de pediatrische populatie voor de schoolleeftijd. Sinds 19 jaar zien we een significante stijging van de frequentie en van de ernst van de allergische reacties.


Anderzijds: intolerantie van het lichaam
In tegenstelling tot voedingsallergieën komt er bij de niet allergische voedingsovergevoeligheidsreacties of « voedingspseudo-allergieën» geen enkel immunologisch mechanisme tussen. Deze soort reacties heeft te maken met het vermogen van het lichaam om een voedingsmiddel niet te verdragen in doses die door andere mensen worden verdragen.

De voedingspseudo-allergieën kunnen zich voordoen onder 3 vormen: ofwel in verband met een enzymtekort zoals bij secundaire lactose-intolerantie door een tekort aan lactase, ofwel na inname van bepaalde additieven zoals sulfieten en tenslotte door verbruik van voedingmiddelen rijk aan histamine of histamine-vrijzetters zoals bij aardbeien, chocolade en tomaten. Deze laatste reacties werden vroeger soms ook « pseudoallergie » of « valse voedingsallergie» genoemd omdat ze weliswaar minder erg zijn maar toch gelijken op een allergie zonder tussenkomst dan wel van het immuunsysteem (IgE specifiek).

De symptomen zijn soms wel hinderlijk maar duidelijk minder ernstig en het gaat vooral om huid- en soms ademhalingssymptomen.

Niet allergische voedingsovergevoeligheidsreacties zijn minder frequent dan voedingsallergieën. De prevalentie ervan in de algemene populatie bedraagt amper 0.05 % en 1.5 % bij mensen met atopie.


Hoe diagnosticeren?
Voor voedingsallergie berust de diagnose op een hele reeks testen:

Voedingsallergieën en -pseudoallergieën: niet te verwarren!

Voor de diagnose van voedingsintolerantie blijven bovenvermelde onderzoeken valabel maar ze worden soms aangevuld met endoscopische en histologische onderzoeken of met hulpmiddelen om het bestaan van onderliggende structurele en infectieuze stoornissen aan te tonen.

Hoe behandelen?
Eens de diagnose gesteld, is de behandeling van een patiënt met allergie eenvoudig : het betreffende voedingsmiddel volledig vermijden evenals producten waarin dat middel voorkomt.

Volgens een Europese richtlijn, die op nationaal niveau werd geïmplementeerd, is de industrie verplicht 14 substanties te vermelden in de lijst van ingrediënten op de verpakking van voorverpakte eetwaren : gluten, eieren, schaaldieren, vis, pinda, soja, melk, schaalvruchten, selderij, mosterd, sesam, sulfuraanhydride en sulfieten, lupine en weekdieren.

Het is dus van primordiaal belang mensen met allergie te leren de etiketten op voedingsmiddelen te lezen om mogelijke sporen te ontdekken van allergiserende producten. Het is eveneens van belang hen te leren de voedingsmiddelen te herkennen die in vrac worden verkocht waarin deze allergenen kunnen voorkomen en waarvoor de wetgeving tot heden toe geen regels oplegt voor de veiligheid van allergiepatiënten.
De behandeling van voedingsintoleranties berust op het vermijden van het betreffende voedingsmiddel als het gaat om een primaire voedingsintolerantie en op het behandelen van de onderliggende pathologie indien de niet immunologische voedignsovergevoeligheidsreactie een gevolg is van deze pathologie.


Verband tussen beide mechanismen?
Het lijkt dat voedingsallergie en niet immunologische overgevoeligheidsreacties toch niet helemaal vreemden zijn van elkaar. Een voedingsallergie kan inderdaad bijvoorbeeld gepaard gaan met een tekort aan lactase als gevolg van een allergische ontsteking. Dergelijk verband kan met name worden vastgesteld bij coeliakie, met een lactasetekort als gevolg van de atrofie van de villi en ook bij patiënten met een allergie voor koemelkeiwitten. Kokkonen en medewerkers hebben aangetoond in een van hun studies dat er een verhoogde frequentie bestaat van intolerantie voor lactose bij kinderen met een allergie voor koemelkeiwitten (14 % tegenover 3 % bij de controles). Door het verminderen van de allergische ontsteking kan een activiteit van het lactase worden hersteld. Omgekeerd is het nuttig zich af te vragen of een lactose-intolerantie een factor zou kunnen zijn voor het verbeken van de tolerantie en het uitlokken van een voedingsallergie zoals waargenomen bij sommige patiënten.

Adrien Loreis, Diëtist

Referenties

Bidat E. L’allergie, démarche diagnostique.
http://www.allergienet.com
Geraadpleegd in september 2009.

Conseil Supérieur de la Santé. Allergies et pseudoallergies alimentaires. Publication du Conseil Supérieur de la Santé n°8513. Augustus 2009.
https://portal.health.fgov.be Geraadpleegd in september 2009
Dumond P, Kanny G. Allergies et intolérances alimentaires : deux problèmes différents. Les mises au point de l’IFN n°2.Octobre 2008.
http://www.ifn.asso.fr Geraadpleegd in september 2009.

Zopf Y, Baenkler H, Silbermann A et al. The differential diagnosis of food intolerance. Dtsch Arztebl Int 2009; 106(21): 359-70.
http://www.pubmedcentral.nih.gov Geraadpleegd in september 2009

hoog van bladzijde


Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés