.
 

Archieven> N°95 > artikel
article précédent image suivante

Ook prebiotica hebben hun verdiensten

Prebiotica, zoals inuline en fructo-oligosacchariden, zijn functionele voedingsmiddelen. Uit tal van onderzoeken blijkt dat hun inname heilzaam is voor de gezondheid van de mens.

" HEALTH & FOOD " nummer 95, 2009

het artikel drukken
Tal van voedingsmiddelen of bestanddelen ervan, worden als functionele voedingsmiddelen aanzien. Een aantal van deze voedingsmiddelen hebben een positieve invloed op de werking van het lichaam. Ze bevorderen het algemeen welzijn en een goede gezondheid en/of milderen het risico op bepaalde aandoeningen. Het ecosysteem van de dikke darm, met de symbiotische micro-organismen erin aanwezig, is het belangrijkste werkterrein van prebiotica. Geheel terecht schenken nutritionisten meer en meer belang aan deze voedingscomponenten. Het consumeren van prebiotica heeft een positief effect op de gezondheid. Ze beschermen tegen bepaalde pathologieën, zoals osteoporose, en hebben een anticarcinogeen effect. Om als een prebioticum te worden bestempeld moeten deze bestanddelen aan bepaalde criteria voldoen en moeten ze in voedingsmiddelen verwerkt zijn (zie tabel).

Voor een colon in vorm
Het merendeel van de prebiotica die momenteel gebruikt worden zijn van natuurlijke oorsprong en komen uit het plantenrijk. Een groot deel van de huidige gecommercialiseerde prebiotica dienen als basisgrondstof voor functionele voedingsmiddelen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de inulines die, dank zij hun chemische natuur, een heilzame werking hebben. De combinatie van hun nutritionele en fysiologische eigenschappen beïnvloeden vooral de gastro-intestinale functies. De fermentatie van inuline en oligofructose in het colon gebeurt, in vergelijking met de meeste andere voedingsvezels, selectief. Het proces wijzigt op significante wijze de samenstelling van de intestinale flora door enerzijds een toename van de potentieel goede bacteriën te bevorderen en anderzijds de ontwikkeling van pathogene micro-organismen af te remmen. Ook in de epitheelcellen van het colon treden door de inname van prebiotica wijzigingen op die een aantal functies beïnvloeden. Uit een recente meta-analyse blijkt bijvoorbeeld dat de inname van prebiotica leidt tot een toename van de fecale biomassa. Tal van andere studies tonen ook aan dat ze de opname van calcium en magnesium activeren.

Immuniteit en eetlus
Onderzoeken wijzen uit dat inuline en oligofructosen een invloed hebben op ons immuunsysteem. Ze beïnvloeden het intestinaal epithelium, ze verbeteren de morfologie en de dikte van de slijmvliezen, alsook de samenstelling van de mucines van de mucus. Via het lymphoïdweefsel in de darm en de plaque van Peyer beïnvloeden ze op positieve wijze het immunitair systeem. Er kon duidelijk worden aangetoond dat de inname van prebiotica het risico op aandoeningen ten gevolge van een verminderde gastro-intestinale functie, vermindert. Daarenboven wijzen tal van onderzoeksresultaten uit dat ze in het darmstelsel mogelijk een sleutelrol spelen bij aanmaak van diverse peptideverbindingen, betrokken bij de controle en werking van diverse metabole en fysiologische processen. Ze zouden ook actief zijn als communicatoren tussen het darmstelsel en de hersenen. Van de bedoelde peptiden zijn vooral het glucagon-like peptide-1 (GLP-1) en het ghreline vaak voorwerp van onderzoek. Het zijn met name twee hormonen betrokken bij de regeling van de eetlust.

Effect op de triglyceriden
Een andere fysiologische rol die aan inuline en oligofructosen wordt toegemeten is de modulatie van de vertering/absorptie en het metabolisme van de vetten. Ze beïnvloeden de triglyceridemie en de cholesterolemie, alsook de vetverdeling via diverse lipoproteinen en dit ten gunsten van een pattern dat voordeliger is voor de gezondheid. Onderzoek op proefdieren toont aan dat de inname van prebiotica een positieve invloed heeft op het profiel van de vetten in het bloed.

Dergelijke resultaten bij proefpersonen konden evenwel niet worden aangetoond en zijn zelfs tegenstrijdig. Brighenti voerde een meta-analyse uit met de bedoeling de invloed van prebiotica op de bloedwaarden van triacylgycerolen (triglyceriden) te kwantificeren. Er kon, na de inname van prebiotica, een significante daling van de concentratie aan triglyceriden in het bloed worden vastgesteld. Gezien het beperkt aantal studies dienaangaande, konden factoren als geslacht, de aard en hoeveelheid van het ingenomen voedsel, de duur van het onderzoek, overgewicht, hyperlipidemie of diabetes niet in rekening worden gebracht. Niettemin kon, door gebruik te maken van een heterogeniteitstest, worden aangetoond dat in de verschillende testconfiguraties het effect van de prebiotica op de triglyceriden constant was. Om het werkingsmechanisme van prebiotica, vermoedelijk bepaald door de fermentatie ter hoogte van het colon en/of de vrijstelling van intestinale incretines, nog beter te kunnen doorgronden is in ieder geval nog verder onderzoek vereist.


Selectiecriteria voor prebiotica
• Geen hydrolyse en geen opname in het bovenste deel van het spijsverteringskanaal;
• Selectieve fermentatie door een of enkele goedaardige bacteriën in het colon;
• Wijziging in positieve zin van de intestinale microflora;
• Aantoonbare positieve gevolgen inducerend
voor de gezondheid van de mens.

Naar M. Roberfroid


De Redactie

Referenties
Brighenti F. Dietary fructans and serum triacylglycerols: a meta-analysis of randomized controlled trials. J Nutr. 2007; 137: 2552S-2556S
Lewis S et al. Effect of the prebiotic oligofructose on relapse of Clostridium difficile-associated diarrhea: A randomized, controlled study. Clinical Gastroenterology and Hepatology 2005; 3 : 442-448
Roberfroid M. Côlon, prébiotiques et probiotiques, et effets sur la santé. Lettre scientifique de l’Institut Français pour la Nutrition (IFN) 2008; N° 126
Roberfroid M. Inulin-type fructans: functional food ingredients. J Nutr. 2007; 137: 2493S-2502S

hoog van bladzijde


Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés