.
 

Archieven> N°92 > artikel
article précédent image suivante

Booster de pancreas

Incretine-analogen en de inhibitoren van het enzyme die de hormonen afbreken, openen nieuwe perspectieven bij de behandeling van type 2 diabetes.

" HEALTH & FOOD " nummer 92, 2008

het artikel drukken

Kenmerkend voor type 2 diabetes is niet alleen de progressieve verminderde capaciteit van de bètacellen om insuline aan te maken, maar ook hun onverbiddelijk terugval in aantal. Ook de alfacellen zijn betrokken partij, gezien ze een overmaat aan glucagon aanmaken. Als antwoord op een verhoogde glucagonwaarde, scheidt de lever een grotere hoeveelheid glucose af. Hyperglycemie bij de nuchtere diabetespatiënt is het gevolg van deze dubbele ontregeling. Een stelselmatige therapeutische aanpak dringt zich op, gepaard gaand met een geleidelijk toenemende medicamenteuze behandeling. Uiteindelijk leidt dit tot de noodzaak om insuline toe te dienen.

Onverwachte bondgenoten
Sinds lang weet men dat bij een zelfde niveau van uitgelokte hyperglycemie, de insulinerespons groter is bij toediening van glucose per os dan bij intraveneuze toediening. Wanneer de glucose in het maagdarmstelsel terecht komt stimuleren de incretines, van intestinale oorsprong, de aanmaak van insuline. Bij diabetici is dit werkingsmechanisme eveneens afgezwakt. Er bestaan twee vormen van incretines: GLP-1 en GIP. Tot op heden is enkel het GLP-1 bruikbaar (zie tabel). Deze bestanddelen hebben een zeer korte plasmatische halfwaardetijd. De industrie heeft momenteel analogen van deze hormonen of inhibitoren van het enzyme ontwikkeld die ze even vlug afbreken, het dipeptyl-peptidase (DPP-4). Dr. Nicolas PAQUOT (Universiteit Luik) verduidelijkte dat deze nieuwe ontwikkeling bijzonder interessant is, omdat ze diverse mechanismen bij diabetes aanpakt. Men verkrijgt niet enkel, via het GLP-1, een verhoogde glucose-dependente insulineafscheiding, maar ook een vertraagde gastrische lediging. Men vermoedt ook dat dit leidt tot een verminderde voedselinname en een verminderde glucoseafscheiding door de lever.

Opmerkelijke voordelen
Er bestaat nu een inhibitor van het DPP-4. Toegediend bij de behandeling met metformine van een niet goed gereguleerde type 2 diabetespatiënt (bijvoorbeeld HbA1c op 8%, met een glycemie hoger dan 9 mmol/L, of 150 tot 180 mg/dl), leidt een dagelijkse toediening van 100 mg sitagliptine, na zes maanden, tot een daling van 0.8 tot 1 % van de HbA1c en een daling van de glycemie met één tot twee mmol. Uit klinisch onderzoek blijkt dat de secundaire effecten niet anders zijn dan die vastgesteld bij de placebogroepen. Men kan stellen dat het effect van het aan het metformine toegevoegde DPP-IV inhibitor te vergelijken is met dat van een toegevoegd sulfamide. Vermoed wordt dat door een betere afstelling van de metabole parameters, het inhibitor de lipotoxiciteit tegengaat alsook de glucotoxiciteit die de bètacellen beschadigen. Deze zouden dus op een indirecte wijze door het enzyme beschermd worden. Overigens stelt men, bij de patiënten die ermee behandeld worden, vast dat ze over een periode van een jaar één tot twee kilogram gewicht verliezen en dat het hypoglycemisch risico beduidend lager is in verglijking met de hypoglycemiërende sulfamides. Onder bepaalde voorwaarden wordt het inibitor terugbetaald: de patiënt moet eerst met metformine behandeld worden en zijn HbA1c-waarde moet, spijts de behandeling, hoger zijn dan 7 % . De belangstelling voor dit nieuwe medicament is onmiskenbaar. Tot op heden werden, wereldwijd, al zowat vier miljoen voorschriften afgeleverd.

GPL-1



De Redactie

Referenties

Informatie verkregen bij gelegenheid van een mededeling satellietsymposium van Dr N. Paquot (ULg) in het kader van het Congres ’08 van de Belgisch Cardiologische Liga (Brussel, 12 april 2008).

hoog van bladzijde


Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés