.
 

Archieven> N°87 > artikel
article précédent image suivante

Moeten we angst hebben voor probiotica?

Een klinische studie uit Nederland wekte angst op bij het brede publiek. Wat is er nu eigenlijk van aan en welke conclusies moeten we eruit trekken?

" HEALTH & FOOD " nummer 87, April 2008

het artikel drukken
Enkele weken geleden wekten de probiotica angst op door incidenten bij patiënten met acute pancreatitis die via een sonde een complex mengsel probiotica hadden gekregen. Even rees twijfel in sommige geesten over de veiligheid van probiotica. Maar zelfs bij een eerste analyse hield die angst geen stand om diverse redenen. In de eerste plaats is acute pancreatitis een ernstige aandoening. De betreffende patiënten die deelnamen aan een studie onder toezicht van de universiteit van Utrecht, hebben dus niets gemeen met gewone mensen die dagelijks met genoegen probiotica gebruiken. In de tweede plaats waren de bacteriën die deze patiënten kregen een complex mengsel van diverse microbiële stammen. Dat is niet het geval voor de voedingsproducten op basis van probiotica. Een derde reden is het opzet zelf : in Utrecht was de bedoeling curatief en het mengsel probiotica werd dus als een geneesmiddel gebruikt terwijl de probiotica die we gewend zijn in de supermarkten, ijssalons en andere zaken voedingsmiddelen zijn. Bovendien waren de toegediende hoeveelheden veel hoger dan die bij de courante voedselinname van een product met probiotica.

Ernstig werk
Laten we eens terugkeren naar de oorsprong van die mediahetze. Nederlandse onderzoekers hebben in de Lancet, eerst on-line en daarna op papier, de resultaten gepubliceerd van een studie sinds 2004 bij patiënten met acute pancreatitis. Die vorsers zijn natuurlijk geen avonturiers en hebben niet zomaar iets gedaan. Als we hun publicatie nauwkeurig lezen, merken we allereerst op dat de studie niet minder dan acht bladzijden beslaat in een tijdschrift van een zeer hoog niveau waar plaats schaars wordt toebedeeld. Dat is weliswaar geen absoluut criterium maar toch een goede indicatie van de ernst van de studie. De identiteit van de auteurs is eveneens een indicator van ernst: het zijn leden van de « Dutch Acute Pancreatitis Study Group ». Die mensen behoren toe aan diverse Nederlandse instellingen van een zeer hoog niveau en komen samen in een hypergespecialiseerde groep met als specifiek doel die aandoening te bestuderen. Als we al die informatie lezen, dan geven we ons rekenschap van de hoge graad van specialisatie van die wetenschappers. Het was een multi-centrische studie waaraan 15 hospitaalcentra waarvan acht universitaire hebben deelgenomen. De studie was uitgebreid gerechtvaardigd in een publicatie in 2004, waarin ook de structuur en doelstellingen waren uiteengezet. Het protocol was vooraf aan 15 ethische comités van de deelnemende instellingen onderworpen die onafhankelijk van elkaar hun groen licht hadden gegeven. Bovendien waren er positieve antecedenten: in enkele kleinschalige studies werd inderdaad geopperd dat probiotica een gunstig effect zouden kunnen hebben bij acute pancreatitis. Maar die studies waren te klein om betrouwbare conclusies te trekken. Daarvoor was dus een grootschaliger onderzoek nodig. En dat hebben de Nederlandse onderzoekers gedaan. Dat was des te meer verantwoord omdat in andere studies was aangetoond dat profylactische behandeling met antibiotica nutteloos was.

Een ernstige aandoening
Pancreatitis is alles behalve een banale aandoening: in 10 tot 30% van de gevallen kan ze leiden tot de dood. Als oorzaken zijn er necrotiserende enteritis en peripancreatitis. Het is waarschijnlijk een gevolg van een verhoogde ontwikkeling in de darm van bacteriën in combinatie met een falen van de darmbarrière en ontstekingsverschijnselen wat leidt tot een bacteriële translocatie. Dat zou kaderen in een multi-orgaandisfunctie, een biologische ramp die vooral voorkomt bij zeer kritieke patiënten in intensieve zorgen. Als het initiële proces een te grote bacteriële pollutie is, lijkt het logisch te pogen het evenwicht te herstellen met probiotica. De probiotica werden toegediend via een darmsonde en niet via injectie zoals in sommige persartikels werd geschreven. Na een follow-up in dubbelblind tegenover placebo van 298 patiënten hebben de onderzoekers de resultaten bestudeerd en in de behandelde groep negen gevallen van necrtiserende enteritis vastgesteld waarvan acht dodelijk afliepen. Het relatieve risico was 2,53 maar met een betrouwbaarheidsinterval van 95% variërend tussen 1,22 tot 5,25. In de placebogroep was het relatieve risico theoretisch 1 maar eveneens met een betrouwbaarheidsinterval van 0,75 tot 1,51. Natuurlijk overlappen die intervallen niet. Maar ze liggen niet ver uit elkaar en dat betekent misschien dat er nog een groter aantal patiënten diende bestudeerd. Die overweging is theoretisch en statistisch maar voor de klinische praktijk trekken de auteurs een wijs besluit: dergelijke behandeling dient niet toegepast bij patiënten met acute pancreatitis, in ieder geval niet voor er meer gegevens beschikbaar zijn.

Nog steeds veilig
Een belangrijke vraag is inderdaad of bij deze ernstig zieke patiënten het mengsel van in principe gunstige bacteriestammen wel verantwoordelijk is. We mogen immers niet vergeten dat dergelijke afloop ook voorkomt bij patiënten die geen probiotica krijgen. Zoals in een redactioneel artikel Sand en Nordback, die deze studie aandachtig hebben bestudeerd, opmerken : het aantal patiënten met een multi-orgaandisfunctie in de « probioticagroep » was groter dan in de placebogroep voor toediening van de bacteriën of op de eerste dag van toediening ervan. En dat stelt sterk in vraag of er een causaal verband is tussen de micro-organismen en de dood van deze patiënten. De auteurs van de studie hebben ook de voorzorg genomen om vooraf de onschadelijkheid van de stammen die ze achteraf aan de patiënten toedienden te testen bij dieren. Ze hebben tevens in de preparaten gecontroleerd of er geen toxines of pathogenen waren. Dergelijke voorzorgen worden ook uitgebreid genomen door de fabrikanten van probiotica. Zij hebben de stammen die ze aan het grote publiek in voedingsmiddelen aanbieden niet bij toeval gekozen en het belang ervan is bewezen. Niet enkel voeren zij dergelijke contoles routinematig uit om zeker te zijn dat er geen contaminatie is, maar zij doen ook verder nog klinische studies en breiden die uit om nog meer argumenten te verkrijgen voor het nut van probiotica. Bovendien hebben zij zich al zeer vroegtijdig geëngageerd voor het bestuderen van de veiligheid. Dergelijke studies zijn nu legio en gaan over een zeer grote variatie van stammen die als probiotica worden aangeboden. We mogen evenmin vergeten dat er zeer strikte wettelijke vereisten zijn op dat vlak en dat de nationale, supranationale en internationale gezondheidsautoriteiten van nabij volgen of die voorschriften worden geëerbiedigd.

La Rédaction

Referenties

Besselink MGH et al. Lancet 2008 ; 371 : 651-9.
Sand J, Nordback J. Lancet 2008 ; 371 : 634-5.
Besselink MGH et al. BMC surg. 2004; 4: 12.

hoog van bladzijde


Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés