.
 

Archieven> N°75 > artikel
<< previous next >>

De levensstijl van de Belg

Hoe beweert de belg te eten en te bewegen? Het Centre de Psychosociologie van de ULB voerde onlangs een onderzoek uit om de voedingsgewoontes en de levensstijl van de Belg in kaart te brengen.

Door Nicolas Guggenbühl

" HEALTH & FOOD " nummer 75, Jan/Feb 2006

het artikel drukken

Een peiling uitgevoerd door prof. René Patesson (ULB), op vraag van de Federatie Voedingsindustrie (Fevia), geeft ons een duidelijker beeld hoe de Belg denkt over het verband tussen levensstijl en lichaamsgewicht. 610 Belgen tussen 18 en 55 jaar werden telefonisch gecontacteerd, een methode die niet als een wetenschappelijk onderzoek kan doorgaan. De indeling naar BMI-categorieën was vergelijkbaar met het Gezondheidsonderzoek uitgevoerd in 2001.

Inactiviteit als reden

De Belg ziet een onevenwichtige voeding (voor 98 % van de respondenten) en een gebrek aan fysieke activiteit (94 %) als belangrijkste oorzaken van overgewicht. Geheel in de lijn der verwachting stelt men vast dat hoe hoger de BMI-klasse, hoe minder mensen aan sport doen, hoe minder ze wandelen en hoe meer ze de lift nemen in plaats van de trap. Zwaarlijvigen beweren dagelijks minder fruit, volle graanproducten en groenten te eten en meer vleeswaren, alcoholische dranken, chocolade, snoep, zoetigheden, vlees en zout. Maar er kwamen ook enkele verrassingen uit de bus …

Minder knabbelen

Het knabbelen is, in tegenstelling met wat algemeen gedacht wordt, niet enkel aan zwaarlijvige mensen besteed : onder de verschillende BMI-klassen kon geen significant verschil worden vastgesteld. Integendeel, magere personen zouden zelfs meer knabbelen, althans dit beweren ze. Zwaarlijvigen beweren minder vaak een ontbijt te nemen, wat overeenstemt met de bevindingen uit epidemiologisch onderzoek.
Andere verrassing : zwaarlijvige personen zeggen minder gefrituurde gerechten, chips, koekjes, wafels en gesuikerde dranken (kortom alle ‘onbehoorlijk nutritioneel’ producten) te gebruiken. Ze blijken ook meer verzot te zijn op light drankjes, light producten en kunstmatige zoetstoffen. Vandaar de bewering ‘light doet verdikken’ … !
Patesson besluit hieruit dat de oorzaak van overgewicht niet zozeer te wijten is aan de aard van de ingenomen voeding maar eerder te wijten is aan de kwantiteit, die bij obese personen groter is. Overigens uit het onderzoek blijkt ook dat naargelang men in de hogere BMI-klassen terecht komt, de respondenten vaker aangegeven dat ze te veel of onregelmatig eten. Daarenboven is de sociale controle van de ingenomen voeding bij zwaarlijvigen (restaurant, feesten, familiebijeenkomsten, …) minder uitgesproken.

Nabij de ijskast

Zwaarlijvige personen zitten meer uren voor de televisie. De plaats waar het toestel zich bevindt blijkt van belang te zijn. Zwaarlijvigheid komt meer voor bij personen die in de leefkamer tv-kijken dan bij personen van wie het tv-toestel op de slaapkamer staat. De verklaring hiervoor, aldus Patesson, is dat de ijskast en andere voedselvoorraden vanuit de slaapkamer niet zo gemakkelijk te bereiken zijn dan vanuit de leefruimte.

Met pincetten!

Deze gegevens kunnen geenszins gebruikt worden als referentiemateriaal om de oorzaken van zwaarlijvigheid te onderzoeken. Dergelijk type van onderzoek houdt enkele belangrijke beperkingen in. Zo wordt bij de voedingsanamneses, zeker wanneer deze telefonisch worden afgenomen, de werkelijke voedselinname vaak onderschat. Ook de antropometrische gegevens zijn vaak onjuist: er wordt meestal een te laag gewicht en een te grote lengte opgegeven. En vooral, wat reeds in tal van wetenschappelijke studies werd aangetoond, de onderschatting van de totale energie-inname bij zwaarlijvigen is meer uitgesproken dan bij niet-zwaarlijvigen.

Nicolas Guggenbühl
Diëtist, voedingsdeskundige

hoog van bladzijde

<< previous

Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés