.
 

Archieven> N°75 > artikel
<< previous next >>

Fructanen vertroebelen het hongergevoel

Zowel honger- als verzadigingsgevoel worden door gastro-intestinale hormonen beïnvloed. Mogelijk beïnvloeden fructanen de concentratie van deze hormonen in het bloed. Een nieuwe piste om het probleem van de zwaarlijvigheid aan te pakken ?

Door Nicolas Guggenbühl

" HEALTH & FOOD " nummer 75, Jan/Feb 2006

het artikel drukken

Naast de prebiotische eigenschappen van inuline blijkt het nog een andere belangrijke troef te bezitten : het maakt jacht op de calorieën afkomstig van vetten. Het vet in bepaalde producten kan geheel of gedeeltelijk door inuline vervangen worden. Voor iedere gram vet die door een gram inuline vervangen wordt betekent dit een niet te verwaarlozen winst van 7,5 kcal. Inuline en andere fructanen blijken dus het probleem van zwaarlijvigheid te kunnen beïnvloeden, niet alleen vanuit een calorievervangend aspect maar ook omdat ze het honger- en verzadigingsgevoel kunnen beïnvloeden. Bij de fermentatie van fructanen in de darm blijken hormonen vrij te komen die het verzadigingsgevoel beïnvloeden. Dit is althans een eigenschap die recentelijk bij knaagdieren werd vastgesteld.

Controleert grehline

In een van deze studies kregen ratten ofwel een standaard (controle) voeding, ofwel een van de drie voedingen op basis van fructanen. Na drie weken was de vetmassa bij de dieren gevoed met fructanen tot 30 % gedaald. Het gehalte aan het intestinaal GLP-1 peptide (heeft een eetlustremmend effect) was in de poortslagader significant gestegen bij de met fructanen gevoede dieren. De aanmaak van een ander hormoon waarover de laatste tijd nogal wat te doen is, het grehline (heeft een orexigene werking), was bij de inname van fructanen beduidend lager. Gregline heeft een eetluststimulerende werking, dus het gevoel van verzadiging bleef langer aanwezig.
In een andere studie, waarbij ratten met spontane obesiteit werden gebruikt, kregen de diertjes een vetrijke voeding, al dan niet verrijkt met fructanen. Na twee weken van onderzoek was de energie-inname en de gewichtstoename bij de ratten die fructanen in hun voeder kregen beduidend lager in vergelijking met de controlegroep. De hoeveelheid vetweefsel in de fructanengroep was met de helft gedaald.

Minder eten

Bij de mens zit men nog in het stadium van pilootstudies. In een daarvan namen tien mannen en vrouwen tussen 21 en 39 jaar, normaal lichaamsgewicht, deel aan een placebo gecontroleerd kruisonderzoek. Bij het ontbijt namen ze ofwel 8 g fructanen onder de vorm van een supplement (Beneo P95) ofwel maltodextine (placebo). Wanneer fructanen werden ingenomen bleek het verzadigingsgevoel na het ontbijt, en vooral na het avondmaal, beduidend langer aan te houden. Het hongergevoel en het vooruitzicht om voeding in te nemen bleek in de fructanengroep significant lager te zijn. Ook de dagelijkse energie-inname in de fructanengroep was beduidend lager in vergelijking met de placebogroep.

Nieuwe hoop

Er zijn dus degelijke aanwijzingen dat fructanen in staat zijn het verzadigingsgevoel te stimuleren, het hongergevoel af te zwakken en de spontane energie-inname te milderen. Een ‘dieeteffect’ zonder te diëten als het ware, met een afname van de vetmassa voor gevolg. Het weze gezegd dat deze beperkte studies ontoereikend zijn om nu al definitieve conclusies te kunnen trekken.
Uit de studies blijkt wel duidelijk dat de voedselinname, en derhalve het lichaamsgewicht, kan beheerst worden. Een nieuwe hoop. Er is zeker nog verder onderzoek nodig om de effecten op korte en op lange termijn te achterhalen en of probiotica in staat zullen zijn om ons minder calorisch te doen eten…

Nicolas Guggenbühl
Diëtist, voedingsdeskundige

hoog van bladzijde

<< previous

Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés