.
 

Archieven> N°66 > artikel
<< previous next >>

Ontbijt : verhoogt het prestatievermogen

Een veel gehoorde slogan luidt : zonder degelijk ontbijt kan je niet degelijk aan de slag. Een bewering die momenteel meer en meer onderwerp van wetenschappelijk onderzoek vormt.

Door Nicolas Rousseau

" HEALTH & FOOD " nummer 66, Augustus/September 2004

het artikel drukken

Op korte termijn heeft het nemen van een ontbijt een invloed op het leervermogen, in het bijzonder bij het memoriseren. Uit een meta-onderzoek (1) blijkt dat het voordeel van het ontbijten op het memoriserend vermogen van de hersenen vooral tot uiting komt bij kinderen die tekenen van ondervoeding vertonen. Bij de goed gevoede kinderen is dit vermogen minder uitgesproken of is het althans moeilijker vast te stellen. De studie toont eveneens aan dat bij schoolacties waar het nemen van een ontbijt aangemoedigd wordt, die leiden tot een daling van het absenteïsme in de klas en tot een betere leervaardigheid, omschreven met een nieuwe term : “educabiliteit”. Deze stelling berust op volgend theoretisch model : door het nemen van een ontbijt beschikken de hersenen over meer energie en is de algemene voedingsstatus beter waardoor minder afwezigheden worden genoteerd. De samenbundeling van deze drie elementen versterkt de educabiliteit, wat uiteindelijk tot betere schoolprestaties leidt.

Koolhydraten op de eerste plaats

Een betere educabiliteit blijkt ook uit tal van andere onderzoeken. Een van deze studies (2), uitgevoerd in Madrid, Spanje, wijst uit dat een ontbijt minstens 20 % van de totale dagelijkse energiebehoefte moet aanbrengen; pas dan ziet men dat kinderen beter scoren bij het logisch denken.

Ook de samenstelling van het ontbijt is belangrijk. Vooral de aard van de koolhydraten is hierbij een voornaam punt. Een Britse studie (3) stelt : hoe lager de glycemische index, hoe beter de behaalde resultaten. In deze studie kregen 29 scholieren gedurende vier opeenvolgende dagen vier verschillende vormen van ontbijt voorgeschoteld : twee daarvan bestonden uit ontbijtgranen met melk en daarbij een glucoserijke drank en de andere dagen … geen ontbijt. Tijdens de proefdagen werden ze voor een computerscherm geplaatst waarop ze een aantal aandachts- en geheugentesten moesten uitvoeren en dit zowel vóór de inname van hun ontbijt als op verschillende tijdsintervallen na hun ontbijt.

De resultaten: bij de kinderen die geen ontbijt namen of enkel een gesuikerde drank dronken, waren de resultaten voor aandachts- en geheugencapaciteit beduidend lager dan wanneer wel een ontbijt op basis van graanproducten, samengestelde koolhydraten, werd genomen.

Modulaire behoeften

De resultaten van een andere studie, uitgevoerd in Philadelphia, Baltimore (4), waarbij op school gratis en vrijblijvend een ontbijt werd aangeboden, wijzen in dezelfde richting. De beslissing bleek lonend te zijn. De leerlingen die aan de actie deelnamen behaalden al ras betere resultaten voor wiskunde, waren minder vaak afwezig en kwamen zelden te laat. Ze vertoonden ook minder tekenen van depressie, angst en hyperactiviteit in vergelijking met de leerlingen die niet aan de gratis ontbijtactie deelnamen.

Een goed ontbijt impliceert ook afwisseling en de aanbreng van voldoende energie. Een Franse studie (4) wijst in dit verband op het belang van de samenstelling van het ontbijt in functie van het dagprogramma. Wanneer de les lichamelijke opvoeding op het programma staat, zeker wanneer deze in de vroege voormiddag gepland is, moet er zeker aan gedacht worden een energierijker ontbijt te nemen. Een energieaanbreng van 25 % van de totale dagbehoefte is zelfs onvoldoende om nog voldoende aandachtig te kunnen zijn tijdens de resterende theoretische lessen in de late voormiddag. De ontbijtenergie is tijdens een 90 minuten durende turnles al vlug verbruikt. Bij de samenstelling van het ontbijt moet hiermee dus voldoende rekening gehouden worden.

Nicolas Rousseau
Diëtist Voedingsdeskundige

Referenties :
Santiago Cueto Public Health Nutrition 2001; 4(6A) : 1429-31
Lopez-Sobaler AM et al Eur J Clin Nutr 2003 ; 57S1 :S49-53
Wesnes KA et al Appetite 2003 ; 41(3) : 329-31
Arch Pediatr Adolesc Med. 1998 Sep;152(9):899-907
Vermorel M et al. Eur J Clin Nutr 2003 ; 57(2) :310-5

hoog van bladzijde

<< previous

Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés