.
 

Archieven> N°61 > artikel
<< previous next >>

Het therapeutisch potentieel van isoflavonen na de menopauze?

De gevolgen op lange termijn van de menopauze vormen een bijkomende belasting bij het scala van dagdagelijkse ongemakken als gevolg van het ophouden van de menstruaties. Recent werden een aantal beperkingen van een vervangende hormonale behandeling (VHB of HST) beschreven, wat ertoe geleid heeft naar een alternatieve oplossing te zoeken. Is deze te vinden bij de relatieve onbezorgdheid van Japanse 50+ dames?

Door Nicolas Rousseau

" HEALTH & FOOD " nummer 61, Oktober/November 2003

het artikel drukken

De meeste vrouwen zien niet onbevreesd de menopausale periode tegemoet en dit onder meer omwille van een aantal onaangename symptomen die ermee gepaard gaan zoals: opvliegingen, wisselend humeur, verminderd libido, slaapstoornissen, angstgevoelens, depressie, pijnlijke coïtus, verminderde vaginale secretie, …. Voeg daar bovenop nog een verhoogd risico op osteoporose en hart- en vaataandoeningen, dan kan men zich best voorstellen dat er aangenamere periodes zijn in het leven van een vrouw...
Een VHB werd lange tijd door de geneeskunde aangeraden om de problemen van de verminderde oestrogeenproductie te verhelpen. In een aantal recente studies wordt bij bepaalde vrouwen tot meer voorzichtigheid aangezet omwille van het licht verhoogd risico op borstkanker en zijn er ernstige twijfels ontstaan omtrent de zo verhoopte cardiovasculaire bescherming.

De keerzijde van de medaille

Zonder twijfel is de Women's Health Initiative (WHI) Trial (1) toonaangevend geweest voor deze mentaliteitswijziging. In deze voortijdig stopgezette studie werd de invloed onderzocht van een VHB bij 16600 menopausale vrouwen waaraan 0.625 mg geconjugeerd oestrogeen en 2.5 mg medroxyprogesteron werd toegediend.
De potentiële voordelen voortvloeiend uit de behandeling waren eerder beperkt in vergelijking met de significante procentuele stijging, weliswaar met lage absolute cijfers, van het risico op coronaire aandoeningen (+29 %) en het risico op invasieve borstkanker (+26%).
De voortijdige stopzetting van de WHI-studie duidt er geenszins op dat de VHB van de menopausale vrouw zijn laatste adem uitgeblazen heeft. De invulling ervan moet herdacht worden en bepaalde indicaties zoals opvliegingen en vaginale droogheid blijven, op korte termijn, verdedigbaar wanneer contra-indicaties zoals familiale antecedenten van hartziekten of veneuze trombose kunnen uitgesloten worden.
Daarentegen is het, om andere redenen dan de bovenvermelde onaangename symptomen, wel ten zeerste aangewezen de aan de gang zijnde behandeling te stoppen bij vrouwen met andere verhoogde risicofactoren zoals bijvoorbeeld borstkanker.
Voor de gezondheid van het beenderstel is men in de eerste plaats aangewezen op de voeding waarin voldoende of zelfs toegevoegd calcium en vitamine D aanwezig moeten zijn. Ook voldoende fysieke activiteit is een belangrijke factor. Het gebruikt van bifosfonaten bevordert de resorptie in de beenderen waardoor het doembeeld ‘osteoporose' beter kan aangepakt worden. Andere groepen van medicatie hebben hun intrede gedaan, zoals de SERM's (selectieve oestrogeen receptor modulatoren) en beginnen langzamerhand hun nut aan te tonen.

De kracht van soja

Door de publicatie van de WHI-studie is de belangstelling voor de VHB weer opgeflakkerd. Als gevolg van enkele bijzondere vaststellingen wordt het epidemiologisch onderzoek van de hedendaagse onderzoekers in een bepaalde richting geduwd: minder dan 25 % van de menopausale Japanse vrouwen en minder dan 18 % van de Chinese vrouwen vertonen tekenen van opvliegingen (2). Daartegenover staat dat 70 tot 80 % van de Westerse vrouwen klachten hebben over vervelende symptomen.
Een verklaring voor deze in het oog springende tegenstrijdigheid is te vinden in de consumptie van soja die verschillend is aan beide uiteinden van deze aardbol. Soja is nagenoeg de enige bron van isoflavonen, in het bijzonder genisteïne, daïdzeïne (en zijn intestinale metaboliet, equol) en glyceteïne. Deze fyto-oestrogenen hebben een gelijkaardige structuur als die van de het vrouwelijke oestrogeen en zijn in staat om zich op oestrogeenreceptoren te fixeren die agonistisch en/of anti-agonistisch werken.
Hoewel uit enkele studies geen verschil werd vastgesteld met placebo-onderzoek, tonen verscheidene Europese klinische studies (3) aan dat suppletie met soja, ordegrootte van 50 tot 100 mg per dag, na enkele maanden van toediening al snel de symptomen (opvliegingen, nachtelijk zweten, …) bij menopausale vrouwen vermindert. Zelfs bij de placebo-proefpersonen wordt, weliswaar beperkt, een invloed vastgesteld wat erop wijst dat er ook een psychologische factor meespeelt.

Soja zet de borst op

Nu blijkt dat de VHB het risico op borstkanker verhoogt, zijn er meer en meer argumenten die, als preventieve maatregel, pleiten ten voordele van een regelmatige inname van isoflavonen uit soja. Een grootschalige prospectieve studie (4), uitgevoerd in Tokio over een periode van tien jaar bij 21 852 Japanse vrouwen tussen de leeftijd van 40-59 jaar, onderzocht het verband tussen de inname van isoflavonen, het drinken van misosoep (een bouillon op basis van gefermenteerd sojadeeg), de inname van producten op basis van soja en het risico op borstkanker.
De onderzoekers stelden een omgekeerd verband vast tussen het drinken van de misosoep en de inname van isoflavonen en het risico op borstkanker. Dit verband, dat meer uitgesproken was na de menopauze, bleef onveranderd na correctie van mogelijk beïnvloedende factoren zoals familiale antecedenten, rookgedrag en andere voedingsfactoren.
In vergelijking met het laagste quartiel van de flavonenaanbreng, was het relatief risico op borstkanker respectievelijk 0.76, 0.90 en 0.46 in het tweede, derde en vierde quartiel. Deze resultaten zijn bemoedigend maar blijven evenwel vaag voor wat de oorsprong van de isoflavonen betreft gezien de diversiteit van het sojagebruik in de traditionele Japanse keuken.

In afwachting van meer overtuigende studies omtrent de rol van soja is het aan de echtgenoot om, onder andere, begrip te tonen voor het prikkelbaar gedrag van zijn partner die de menopausale periode nadert…

Nicolas Rousseau,
Diëtist nutritionist

Ref:
(1) Rossouw JE et al. JAMA 2002 ;288 :321-333
(2) Solomon CG et al. N Engl J Med 2003 ;348 :579-580
(3) Faure ED et al. Menopause 2002 ;9(5) :329-334
(4)Yamamoto S et al. J Natl Cancer Inst. 2003;95(12): 906-13

hoog van bladzijde

<< previous

Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés