Het is zeker niet omdat het feestseizoen begint en omdat chocolade daar een ereplaats bekleedt, dat Manfred Kayser, redacteur van het tijdschrift Investigative Genetics, wetenschappelijke beschouwingen wijdt aan de «godendrank». Hij geeft enkele bespiegelingen waarvoor hij inspiratie vond in een artikel in de New England Journal of Medicine van oktober laatstleden2.

Het vertrekpunt van dat artikel is de vaststelling dat de flavonoïden en flavonolen van chocolade de cognitieve functies kunnen verbeteren3, zoals werd aangetoond door Nurk et al., reeds in 2009. Die studie werd uitgevoerd bij 2 031 mensen tussen 70 en 74 jaar oud. Zij hadden een vragenlijst ingevuld over hun voedingsgewoonten en deelgenomen aan testen van de cognitieve functie. De mensen die wijn, chocolade en thee consumeerden, hadden de beste scores bij de cognitieve evaluatie. Zij hadden ook in verhouding het minste aantal lage resultaten. Voor chocolade was het effect maximaal bij een consumptie van 10 g per dag.

Op basis van die vaststelling verklaarde Franz Messerli, «Meneer anti-hypertensie» goed gekend door iedereen die de cardiologische actualiteit volgt in de medische literatuur en op de grote internationale congressen, dat als dat waar was, er meetbare effecten dienen te zijn, niet enkel bij enkele patiënten zoals in de studie van Nurk, maar in volledige populaties. En daarvoor zette hij de grote middelen in. Omdat hij geen toegang had tot statistieken over de gemiddelde intelligentie van populaties, heeft hij een verband gezocht tussen het gemiddelde chocoladeverbruik in 23 landen en…het aantal laureaten van de Nobelprijs (met uitzondering van de Nobelprijs voor de vrede) in die landen per tien miljoen inwoners. En hij heeft wel degelijk dergelijk verband gevonden met Zwitserland voorop, terwijl China, waar chocolade weinig wordt gewaardeerd, achteraan in het klassement bengelde. Enkel Zweden beantwoordde niet aan die correlatie van Messerli en telde twee keer meer Nobelprijzen dan het chocoladeverbruik liet voorzien. Maar zelfs als de coëfficiënt van de correlatie uit de berekening werd weggelaten, bleef die van een goed niveau met 0,791. Natuurlijk is een correlatie geen oorzakelijk verband. Maar het geeft toch te denken. En als er een oorzakelijk verband is, dan zou het interessant zijn te weten wat het mechanisme daarvan is. Maar aangezien Nurk ook een gunstig effect had aangetoond voor de cognitieve functies bij wijn en thee, zou een te onderzoeken hypothese zijn dat het te maken heeft met de flavonoïden en hun antioxidatief effect. Een goede verstaander …

Dr Jean Andris

Referenties:

1. Kayser M. Christmas is coming - time for chocolate to get ready for your Nobel Prize. Investigative Genetics 2012; 3: 26.

2. Messerli FH. Chocolate consumption, cognitive function, and Nobel laureates. N Engl J Med 2012; 376: 1562–64.

3. Nurk E, Refsum H, Drevon CA et al. Intake of flavonoid-rich wine, tea, and chocolate by elderly men and women is associated with better cognitive test performance. J Nutr 2009, 139: 120-7.