.
 

Archieven> N°110 > @rtikel
article précédent image suivante

Ontbijt en cognitief functioneren

Naast het belang van een gezond ontbijt vanuit nutritioneel oogpunt, zijn er ook meer bewijzen dat dit het cognitief functioneren in positieve zin beďnvloedt.

Etymologie

Hoewel het semantisch begrip in diverse talen nogal uiteenlopend is, wordt met de eerste maaltijd van de dag hetzelfde bedoeld. Ontbijt, ‘ont’ ‘bijten’ de eerste hap van de dag nemen. Petit déjeuner, het vasten (le jeűne) na de lange uren slaap opgeven ‘déjeuner’. Breakfast, ‘break the fast’, gelijkaardig als voorgaande, het vasten verbreken. Frühstück, vroeg op de dag iets eten.

Ontbijtgewoontes

Op het eerste zicht lijken de resultaten verkregen uit de Belgische voedselconsumptiepeiling van 2004 niet zo dramatisch voor wat de ontbijtgewoonten betreft. Nagenoeg drie vierde (73.3 %) van de bevolking neemt regelmatig (minstens vijf dagen per week) een ontbijt. Voor vrouwen ligt dit percentage iets hoger (76.3) dan voor mannen (70.0).

Bij nader toezien zijn er toch wel enkele bijzondere vaststellingen. Het ontbijt, in vergelijking met het middag- en avondmaal, is de maaltijd die het vaakst wordt verwaarloosd; bijna één op tien (8.7 %) neemt ‘minder dan eenmaal per week’ een ontbijt; de leeftijdscategorie 19 tot 29 jaar heeft de slechtste ontbijtgewoontes (64 % regelmatige ontbijters); verontrustend is ook dat ook bijna één op tien jongeren tussen 15 en 18 nooit een ontbijt neemt (meisjes 7.6 % , jongens 10 %).

Niet-ontbijters halen 101 redenen aan om dit niet te moeten doen: «ik wil liever iets langer slapen dan te ontbijten», «als ik ontbijt krijg ik in de loop van de voormiddag vlugger honger», «’s morgens is er geen tijd om te ontbijten»,«ik lust geen ontbijt»,« ik wil vermageren», «we aten vroeger thuis ook zelden of nooit een ontbijt», ...

Beter cognitieve prestaties

Kinderen en adolescenten die een ontbijt nemen presteren beter op school. Onderzoek wijst uit dat ze zich beter kunnen concentreren, beter problemen kunnen oplossen, fysiek beter presteren, over een betere oog-handcoördinatie beschikken.

Prof. Benton onderzocht de relatie tussen ontbijtgewoontes en de geheugencapaciteit bij 137 vrouwen en 47 mannen, leeftijd ongeveer 22 jaar. Groep 1 kreeg een ontbijt en groep 2 geen ontbijt. Men onderwierp de proefpersonen aan twee proeven. Proef (1) 315 letterwoorden herhalen, er werd één letterwoord om de twee seconden getoond. Daarna moeten zo veel mogelijk woorden herhaald worden. Proef (2), het Wechslerverhaal, er wordt een verhaal verteld en in twee minuten tijd moet zoveel mogelijk van het verhaal gereproduceerd worden. Resultaat: zowel voor de letterwoorden als voor het Wechslerverhaal scoorden de ontbijtgebruikers beduidend beter (+22%).

Vermoedelijk heeft ook de aard van de ingenomen koolhydraten een invloed op cognitieve prestaties. Dit blijkt uit een studie waarin 106 vrouwelijke proefpersonen, leeftijd 21 jaar, 30 woorden moesten reproduceren en dit met een tijdsinterval van 30, 90, 150 en 210 minuten na het nemen van een ontbijt. Er werden twee soorten ontbijt gegeven, (a) een ontbijt met traag beschikbare koolhydraten (TBK) en een relatief lage GI en (b) een ontbijt zonder dit type van koolhydraten en een relatief hoge GI. De calorische waarde van de ontbijten was gelijkwaardig. Ook hier was het resultaat significant verschillend. Bij ontbijt (a) konden veel meer woorden herhaald worden, in het bijzonder na het vorderen van de voormiddag. Besluit: het al dan niet nemen van een ontbijt beďnvloedt de cognitieve prestaties, waarbij er aanwijzingen zijn dat het type ontbijt een rol speelt. Een ontbijt met TBK en een lage GI leidt tot gunstigere resultaten.

Ontbijt en BMI

In een cross-sectionele studie, uitgevoerd bij 2103 kinderen in Quebec, Canada, werd navraag gedaan naar de eetgewoontes (24 uur recall interview via de ouders) en werd o.m. ook lengte en gewicht bepaald. 10 % van de kinderen nam minder dan 7 dagen per week een ontbijt. De kwaliteit van hun ingenomen voeding was beduidend lager. Ze hadden ook een hoger energie-inname, tevens een hogere BMI-waarde doordat ze in de loop van de dag meer eiwit- en vetrijke voeding innamen. Dit alles in tegenstelling met de ontbijters. Ze vertoonden betere BMI-waarden, vermoedelijk door een betere energiespreiding over de ganse dag.

Eiwitbron

In een studie kon worden aangetoond dat het eten van een eiwitrijk ontbijt tot betere resultaten qua gewichtsverlies leidt in vergelijking met een gewoon ontbijt. Dertig vrouwen met een BMI van minstens 25 kg/m2 tussen 25 en 60 jaar namen deel aan gerandomiseerde, cross-over studie. Ze kregen qua calorieën en gewicht een vergelijkbaar ontbijt: ofwel twee eieren ofwel bagels. Het onderzoek liep over acht weken en kaderde in een vetarm, laagcalorisch vermageringsdieet. Bij het ‘ei-ontbijt’ was het gewichtsverlies groter (65 %) alsook de daling van de heupomtrek (83 %) en ... werd er geen significant verschil in de cholesterol- en triglyceridenspiegel vastgesteld.

Besluit

Een gezond ontbijt zorgt voor een betere nutritionele status en een evenwichtig voedingspatroon. Het ontbijt zou 20-25% van de dagelijkse energiebehoefte moeten leveren.

Ontbijten bevordert de fysieke en cognitieve prestaties. Het lichaamsgewicht kan beter onder controle gehouden worden.

Maak van het ontbijt een rustige familiale maaltijd om dat dag energiek te kunnen aanvatten. Een kwartiertje vroeger opstaan, om te kunnen ontbijten, levert meer energie op dan dezelfde tijd onder de dekens te blijven liggen.

Gezond ontbijten is een leerproces, leer kinderen dit aan.

Stel het ontbijt gevarieerd samen. Zorg vooral dat er complexe koolhydraten in aanwezig zijn en een eiwitbron. Eiwitten onderdrukken het hongergevoel doordat ze verzadigend werken. Ook fruit (of groenten), magere zuivelproducten en een kleine hoeveelheid onverzadigd vet zijn op hun plaats in een gezond ontbijt.

Dirk Lemaître, voedingsdeskundige

Referenties:

Vander Wal JS, Marth JM, Khosla P et al. Short term effect of eggs on Satiety in overweight and obese subjets.

Journal of the American College of Nutrition 2005; 24(6): 510-15

Breakfast, blood glucose and cognition, Benton D. et al, Am.J.Clin.nutr. 1998

The delivery rate of dietary carbohydrates affects cognitive performance in both rats and humans, Benton D. et al. Psychopharmacology, 2003; 166(1): 86-60

Dubois et al, Public Health Nutrition, 2008; 12(1): 19-28

Breakfast skipping is associated with differences in meal patterns, macronutrient intakes and overweight among pre-school children.


Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés