.
 

Archieven> N°108 > @rtikel
article précédent image suivante

Polyartritis: de piste van de flora

Tal van argumenten wijzen er op dat bepaalde bacteriesoorten mogelijk een rol spelen in het ontstaan van deze reumatische aandoening.

Voor een uitstekende gezondheid is een goede mondgezondheid en een evenwichtige voeding van cruciaal belang. Het verband tussen een slechte mond-tandgezondheid en diverse aandoeningen is genoegzaam bekend. Een slecht gebit verhindert niet alleen dat het voedsel degelijk kan gekauwd worden, het leidt ook tot de inname van een eenzijdige voeding. Daarenboven is geweten dat een slechte staat van het tandvlees tot ernstige pathologieën kan leiden. In de European Heart Journal wijdde de European Society of Cardiology (ESC) onlangs nog een volledige bijlage aan het verband tussen parodontale aandoeningen en cardiovasculaire problemen.

Gewrichten geschandmerkt

Tijdens een recent congres georganiseerd door de American College of Rheumatology (ACR) kwam het fysiopathologisch verband tussen de tandvleesflora en bepaalde reumatische aandoeningen uitvoerig aan bod. De inrichters beoordeelden de problematiek dermate belangrijk dat het onderwerp op de inaugurale lezing van het congres werd behandeld. Verder werd dit aspect in de loop van het congres door diverse sprekers verder uitgediept. De reumatische aandoening die het meest werd aangehaald was de reumatoïde polyartritis. Om het verband beter te begrijpen, even een korte opfrissing. Reumatoïde polyartritis (RP, ‘rheumatoid arthritis’ in het Engels), is een auto-immuunziekte die gelijktijdig meerdere gewrichten aantast. In een eerste fase worden de handen, knieën, polsen en voeten aangetast en in een verder stadium andere gewrichten. Het is een chronische en progressieve ziekte, waarbij de gewrichten ontstekingsverschijnselen vertonen, met soms zeer agressieve aanvallen. De aandoening treft 0.5 tot 1 procent van de bevolking en komt twee tot driemaal meer voor bij vrouwen dan bij mannen. De eerste verschijnselen treden meestal op tussen 40 en 60 jaar, maar zowel voor als na deze leeftijdsgrenzen kan de ziekte voorkomen. Wanneer polyartritis niet behandeld wordt, leidt het vrij snel tot invaliderende misvormingen. Er bestaan vandaag gelukkig doeltreffende behandelingen die de ontwikkeling remmen zonder evenwel de ziekte te genezen.

Schuld aan citrulline?

Gezien reumatoïde polyartritis een auto-immunziekte is, worden er auto-antilichamen aangemaakt. Onder deze antilichamen behoren lichaamseiwitten die door citrullinatie werden omgevormd (onder meer omzetting van arginine in citrulline). Deze metabolieten worden evenwel bij niet alle patiënten teruggevonden. Het onderzoek spitst zich momenteel vooral toe op de gecitrullineerde eiwitten en de antilichamen. Ze zijn bepalend voor de diagnose van de RP en zijn ook een aanwijzing voor de ernst van de aandoening. De hamvraag blijft uiteraard: ‘wat veroorzaakt de citrullinatie van de eiwitten’, wetend dat gecitrullineerde eiwitten betrokken zijn bij het ontstaan van de ziekte. Het is hier dat de mondflora een bepalende factor speelt. Sinds enige tijd wordt de hypothese voorop gesteld dat de tandvleesflora deze citrullinatie kan bewerkstelligen. Zo bevat bijvoorbeeld de bacterie Porphyromonas gingivalis, een enzyme, het peptidylarginine deïminase (PAD), dat de citrullinatie kan tot stand brengen. Van de bacterie is verder geweten dat ze betrokken is bij parodontitis. Tijdens het hoger aangehaald ACR-congres rapporteerden Bingham et al. (USA) de resultaten van hun onderzoek betreffende de citrullinatie van eiwitten in de mondholte. Zo stelden ze vast dat de omzetting op diverse plaatsen in de mond plaatsvindt (slijmvliezen, bloedvaten, tandvlees, ...), dus niet enkel in het tandvlees. De vorsers zagen ook dat de omzetting niet enkel plaatsvindt in ontstoken tandvlees, maar ook in normaal tandvlees. Het verschil tussen de omzetting in normaal en aangetast tandvlees uit zich in de intensiteit van het proces, bij een ontsteking is het proces veel intensiever.

Ook nog andere zaken

Hun bevindingen ondersteunen dus in belangrijke mate de buccale hypothese als oorzaak van de gecitrullineerde eiwitten. Dit houdt evenwel niet in dat deze hypothese ook gevalideerd is. Zo wordt meer en meer gedacht aan een interactie tussen de mondflora (eerder als omgevingsfactor) en een genetische voorbeschiktheid. Overigens, zo besluiten de vorsers, weten we nog steeds niet welke de factor(en) aan de grondslag ligt (liggen) van deze transformatie. Op basis van de immunohistochemische technieken die in hun onderzoek werden gebruik kon hieromtrent geen uitsluitsel gegeven worden. Jammer, want moesten die gekend zijn zou misschien kunnen ingegrepen worden door een aanpassing van de voeding. Tenslotte dient ook vermeld te worden dat het onderzoek slechts betrekking had op vier patiënten, wat uiteraard ontoereikend is voor een gefundeerde wetenschappelijke uitspraak.

De P. gingivalis is zeker niet de enige bacterie die mogelijk bij het ontstaan van RP betrokken is. Een ander Amerikaans team, Scher et al., onderzocht door middel van genetische methoden, gevolgddoor een antibioticatest, de samenstelling van de mond- en darmflora (in werkelijkheid de fecale flora) van acht patiënten met reumatoïde polyartritis en van patiënten met andere gewrichtsaandoeningen (zoals bijvoorbeeld psoriasisartritis). Ze bekeken de resultaten in relatie met het gehalte aan gecitrullineerde anti-peptide antilichamen in het bloed van de onderzochte patiënten (ACPA, anti-citrullinated peptide antibodies). Ze gingen ook na of de patiënten een parodontitis vertoonden. Uit hun onderzoek blijkt overigens dat de incidentie van parodontitis bij jongeren met reumatoïde polyartritis vrij hoog is en duidelijk onderschat.

Een andere bacteriesoort, Prevotellaceae geheten, is oververtegenwoordigd in de fecale flora van de RP-patiënten waarbij ACPA werden gevonden. Bij de RP-patiënten waren meer porphyromonas en spirocheten aanwezig in vergelijking met gezonde volwassenen. Hier zijn dus duidelijk aanwijzingen waaruit blijkt dat het de moeite loont deze bacteriesoorten verder te onderzoeken en - wie weet - is hier misschien in de toekomst ook een plaats voor probiotica weggelegd.

Dr Jean Andris

Referenties:

Aggarwal R, Liao K, Nair R et al. Anti-Citrullinated Peptide Antibody (ACPA) Assays and their Role in the Diagnosis of Rheumatoid Arthritis. Athritis Rheum 2009; 61(11): 1472-83.

Fernandez-Aviles (ed.) European Workshop on the link between Periodontal Health and Cardiovascular Disease. Eur Heart Journal 2010; 12 (Suppl. B).

Bingham CO, Reynolds MA, Giles J et al. Citrullination and peptidylarginine deiminase (PAD) expression in the oral mucosa and the periondontium in the absence of rheumatoid arthritis. Arthritis and Rheumatism 2010 ; 62 (10 Suppl.): S448 (abstract 1073). 2010 Annual Scientific Meeting of the American College of Rheumatology, Atlanta (USA), 6-11 April 2010.

Scher J, Ubeda C, Pillinger MH et al. Characteristic of oral and intestinal microbiota in rheumatoid arthritis (RA) : a trigger for autoimmunity ? Arthritis and Rheumatism 2010 ; 62 (10 Suppl.): S577 (abstract 1390). 2010 Annual Scientific Meeting of the American College of Rheumatology, Atlanta (USA), 6-11 April 2010.

Uysal H, Nandakumar KS, Kessel C et al. Antibodies to citrullinated proteins: molecular interactions and arthritogenicity. Immunol Rev. 2010; 233(1): 9-33.


Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés