.
 

Archieven> N°102 > @rtikel
article précédent image suivante

Botkapitaal, belangrijk voor wie ver wil gaan

Rond het twintigste levensjaar is het botkapitaal maximaal ontwikkeld. Tal van factoren beïnvloeden het bereikte niveau zoals onder meer de inname van zuivelproducten tijdens de puberteit. Het is daarom belangrijk kinderen aan te sporen zuivelproducten in te nemen vanaf de prille levensjaren.

Kinderen die zuivelproducten uit hun voeding bannen hebben een verhoogd risico op botfractuur. Dit risico neemt gestadig toe met de leeftijd. Tal van interventiestudies wijzen op het belang van de consumptie van zuivelproducten bij de botopbouw tijdens de groei van het kind.

Specifieke voedingsstoffen

Om een optimaal botkapitaal te verwerven moeten tal van voedingsstoffen in voldoende mate worden ingenomen. Deze voedingsstoffen gaan een wisselwerking aan met hormonale systemen en het geheel van cytokines, die de aanmaak en resorptie van de botmassa regelen.

Een van deze voedingsstoffen is vitamine D. Zij beïnvloedt de aanmaak van het parathormoon (PTH) alsook van het geactiveerde calcitriol of 1.25-dihydroxyvitamine D (1.25D), de actieve vorm ervan. Beide factoren controleren de intestinale en renale flux van het calcium (Ca) alsook van het anorganisch fosfaat (Pi), twee belangrijke bestanddelen van de botmassa. Het heilzaam effect van voldoende calcium- en vitamine D inname voor een gezonde botmassa is uitvoerig gedocumenteerd. Hun werking is niet leeftijdgebonden.

Een derde specifieke voedingsstof is eiwit. Eiwitten beïnvloeden de aanmaak van de IGF-I factor (Insulin-like Growth Factor), en daarom onontbeerlijk voor het verwerven en het behoud van een positieve balans van de botmassa.

Alles wordt in de kindertijd bepaald

Uit tal van studies blijkt dat de opbouw van de botmassa proportioneel gelinkt is aan de hoeveelheid ingenomen eiwitten, zelfs na correctie van de calorieaanbreng. Dit positief verband wordt vooral tijdens de puberteit vastgesteld.

Ook blijkt dat de eiwitaanbreng een invloed heeft op het calcium met betrekking tot de opbouw van de botmassa, in het bijzonder bij prepuberale jongens. Dit blijkt uit onderzoek waar enkel bij jongens (met een eiwitinname lager dan de mediaan en waaraan calciumsupplementen werden gegeven) een betere botopbouw werd vastgesteld. Bij jongens met waarden boven de mediaan is het verschil niet meer significant, bij zoverre zelfs dat bij een hoge eiwitinname de specifieke behoefte aan calcium, nodig voor de groei, zelfs lager zijn.

Een andere studie werd uitgevoerd bij kinderen en adolescenten tussen 6 en 18 jaar. Over een periode van vier jaar werd hun voedselinname jaarlijks geanalyseerd. De studie toont aan dat de botomvang en –massa van de voorarm, gemeten met een scanner, alsook de onrechtstreekse evaluatie van de fractuurweerstand, positief gecorreleerd zijn met de eiwitinname. Er werd tot op heden geen interventiestudie uitgevoerd met een eiwitsupplement, teneinde uit te maken of de hierboven aangehaalde correlatie op een toevallig verband wijst of dat er een causaal verband bestaat.

Een ander heilzaam effect voor de botgezondheid, toegeschreven aan de inname van voedingseiwitten, is de stimulering van het hepatisch IGF-I. Dit is een hormoon dat de botaanwas stimuleert, zowel longitudinaal als radiair, tevens de tubulaire resorptie van fosfor stimuleert, alsook de renale synthese van calcitriol wat leidt tot een verhoogde intestinale absorptie van calcium en fosfor. Het hormoon verzekert dus een optimale mineralenhuishouding, nodig voor de mineralisatie van het nieuw gevormd botweefsel.

Vandaar de belangstelling voor zuivelproducten

Zuivelproducten zijn de ideale bondgenoot voor de botopbouw bij kinderen. Melk en zuivel bevatten talrijke voedingsstoffen nodig voor de botopbouw. Daarenboven is het een interessante eiwitbron. In de wetenschappelijke literatuur zijn tal van transversale en longitudinale studies terug te vinden waaruit blijkt dat de consumptie van zuivelproducten heilzaam is voor de botmassa en omgekeerd. Tevens tonen ze aan dat een ondermaatse inname van zuivelproducten tijdens de kinderjaren tot een verhoogde voorbeschiktheid op beenfracturen leidt op latere leeftijd.

Er kon een positief verband worden aangetoond tussen de botaanwas, het maximaal botkapitaal op volwassen leeftijd, de botdimensie en de gestalte enerzijds, en de inname van zuivelproducten anderzijds. Calcium zou in hoofdzaak het hermodelleren van de botmassa beïnvloeden, alsook de volumedensiteit, terwijl eiwitten vooral een modellerende invloed hebben, meer bepaald aangaande de lengte van de beenderen. Voldoende calcium- en eiwitinname staan borg voor een sterkere botmassa, een betere mechanische weerstand, waardoor de kans op fracturen opmerkelijk kleiner wordt.

Weldra een eeuw

De eerste interventiestudies die de impact van het drinken van melk onderzochten dateren reeds van einde de jaren 20 van vorige eeuw. In een Engels onderzoek werd aan kinderen op school dagelijks ongeveer een halve liter melk gegeven. In vergelijking met de kinderen die deze hoeveelheid niet dronken kon bij de melkdrinkertjes een significante winst in botlengte worden vastgesteld.

Later werd de positieve invloed van zuivelconsumptie en gezonde botmassa in tal van andere onderzoeken bevestigd. Zo werd bijvoorbeeld een gerandomiseerde en gecontroleerde studie uitgevoerd, waarbij aan twaalfjarige meisjes gevraagd werd dagelijks een pint melk (568 ml) te drinken, en dit gedurende een tot twee jaar. In vergelijking met de controlegroep ontwikkelden de melkdrinkende meisjes meer minerale botmassa, in het bijzonder van het onderste beendergestel. Ook hun IGT-I spiegel was beduidend hoger. Uit de studie bleek ook dat het calcium verkregen uit het eten van kaas, in tegenstelling met het calcium toegediend onder vorm van een supplement, resulteert in een hogere corticale botmassa. Andere studies wijzen nog op een positief effect van de hermodellering van de botmassa dank zij de inname van zuivelproducten. Uit een andere studie bleek dat de diameter van de metacarpale beenderen op een significante wijze steeg bij Chinese kinderen die gedurende twee jaar een hoeveelheid melk dronken en dit in vergelijking met de controlegroep die dit niet deed.

Een en ander toont dus duidelijk aan dat zuivelproducten zich duidelijk onderscheiden van afzonderlijk toegediende calciumsupplementen en dat ze een uitgesproken rol spelen bij de opbouw van de botmassa. Een pleidooi om de consumptie van zuivelproducten doorheen alle levensfazen aan te bevelen om een gezonde botmassa te vormen en te onderhouden. Dit geldt in het bijzonder tijdens de puberteit, de periode waarin de botmassa gevormd wordt.

Tableau lait - Fromage

Alexandre Dereinne, diététicien

Références:

Bonjour J-P. Protéines : un rôle essentiel pour la santé osseuse. Cholédoc 83. Mai/juin 2004.
http://www.cerin.org
Frans artikel, geraadpleegd in februari 2010

Rizzoli R. Produits laitiers et croissance osseuse. Communication de l’Académie Nationale de Médecine (France). 2009.
http://www.santepratique.fr
Frans artikel, geraadpleegd in februari 2010


Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés