We zijn meer “geconditioneerd” dan we denken. Die conclusie zou je kunnen trekken uit de studies van de COHORTS Collaboration, die op het congres van de IUNS werden gepresenteerd door prof. Reynaldo Martorell (Atlanta, VS). Maar prof. Martorell voert eigenlijk vooral onderzoek uit naar de intergenerationele effecten van de voeding. Prof. Martorell was niet weinig trots toen hij uitlegde dat zijn groep beschikte over gegevens van drie generaties van grote cohorten in Brazilië, Guatemala, India, de Filippijnen en Zuid-Afrika. Zo hebben ze de lichaamslengte van de grootouders op volwassen leeftijd kunnen correleren met de lichaamslengte bij de geboorte en de groei van de tweede generatie. Ze hebben daarbij kunnen aantonen dat de lichaamslengte van de moeder na correctie voor een aantal sociale factoren sterk correleert met het geboortegewicht en de groei van het kind ongeacht de leeftijd van het kind. Als de moeder klein van gestalte is (minstens ten dele als gevolg van de ondervoeding in die landen), zal het kind op de leeftijd van twee jaar onvoldoende groot zijn. De vorsers hebben ook vastgesteld dat de lichaamslengte van de ouders en vooral die van de moeder op de leeftijd van twee jaar een sterke voorspeller is van het geboortegewicht van de derde generatie. Die vaststellingen hebben geleid tot de theorie van de duizend dagen. Die theorie benadrukt het belang van een goede voeding van de moeder vanaf het begin van de zwangerschap tot de tweede verjaardag van haar kind. Een snellere lengtegroei van het kind tijdens de eerste jaren correleert niet alleen met goede schoolprestaties, toegang tot een beter beroep en betere inkomsten, maar ook met de ontwikkeling van een betere spiermassa en minder vetweefsel en dus minder risico op diabetes. Een sterkere gewichtstoename daarentegen correleert niet met de schoolprestaties, maar draagt meer bij tot de ontwikkeling van vetweefsel dan van magere massa en gaat gepaard met een hoger risico op diabetes en hypertensie.