.
 

Dieet-Namaak> N°58
<< previous next >>

Chroom: een uitgedoofde ster?

Tussen de immense sterrennevel van “antivetremedies”, schittert chroom er als geen ander boven uit. Beduidend minder schitterend, is de schade die chroompicolinaat kan aanrichten….

Door Nicolas Guggenbühl

" HEALTH & FOOD " nummer 58, Mart/April 2003

het artikel drukken

Omtrent de noodzaak van chroom is iedereen het eens. Minder eensgezindheid bestaat er omtrent de hoeveelheid die door onze voeding moet worden aangebracht. Voor de volwassen Amerikaan wordt een dagelijkse aanbreng tussen 50 en 200 mcg als voldoende bestempeld. Dit stemt grotendeels overeen met de hoeveelheid die dagelijks door een normaal voedingspatroon wordt aangeleverd (ongeveer 100 mcg/dag). Chroom vindt men voornamelijk in vlees, gevogelte, lever, eieren, oester, groenten (pepers, spinazie) en fruit (appel, banaan). Biergist is bijzonder rijk aan chroom. Kortom, chroom is niet zeldzaam.

Geeft vorm aan het lichaam

Een tekort aan chroom kan tot een glucose-intolerantie leiden. Dit geldt vooral voor bejaarden lijdend aan type 2 diabetes en kinderen met een eiwit-energie ondervoeding. Door zijn rol in het koolhydraten- en vetmetabolisme heeft chroom een reputatie verworven in het domein van de herverdeling van de lichaamssamenstelling. De meest onderzochte vorm van chroom is het chroompicolinaat dat beter door het lichaam wordt opgenomen dan het chroom uit de voeding. Dit voedingssupplement wordt vaak voorgesteld als een middel om de vetmassa te verminderen en de vetvrije massa te doen toenemen. Het wondermiddel zou zelfs in staat zijn om alle trek in chocolade en andere zoetigheden te bannen. Al zijn er weinig of geen wetenschappelijke bewijzen voor deze beweringen toch heeft er zich een omvangrijke markt voor dit supplement ontwikkeld. Alleen al in de Verenigde Staten is de verkoop van dit product goed voor 500 miljoen dollar per jaar.

Op de DNA spiralen

Het besluit van diverse recente publicaties is dat chroompicolinaat geen enkel aantoonbare verandering teweegbrengt in de lichaamssamenstelling van de mens, ook niet wanneer het in combinatie met een oefenprogramma wordt ingenomen. Deze resultaten worden in een zeer recente meta-analyse bevestigd. In slechts één enkele studie (1) kon een zeer minimaal effect van het chroompicolinaat worden aangetoond. Erger is dat de alarmerende cijfers over de toxiciteit van dit supplement zich opstapelen. Het chroompicolinaat kan, bij de rat, oxidatieve schade aanrichten ter hoogte van het DNA en de vetten en blijkt het mutageen te zijn. Vermoedelijk moeten niet alle vormen van chroom over dezelfde kam geschoren worden. De chromosoombreuken die door het chroompicolinaat veroorzaakt worden in de eierstokken van hamsters worden niet aangetroffen bij ratten met eenzelfde intracellulaire concentratie van het element onder de vorm van chroomchloride of wanneer het aan niacine gebonden is (2).

...chroom, een schot in de roos!

Sinds de publicatie van een nieuwe studie (3) uitgevoerd op de azijnvlieg (Drosophila melanogaster), werd de veiligheid van het chroompicolinaat andermaal in vraag gesteld. De auteurs van de studie hebben de invloed van een matige blootstelling aan het chroompicolinaat op vier generaties van vliegen onderzocht. Ze stelden vast dat voor iedere generatie vliegen die het supplement kregen toegediend er telkens 20 tot 30 % vliegen waren die, in vergelijking met de controlegroep, de volwassen leeftijd niet bereikten.
In een tweede onderzoek dat enkel bij mannelijke vliegen werd uitgevoerd, konden de onderzoekers aantonen dat onder de vliegen van de eerste generatie het percentage van de steriele vrouwtjes toenam. Daarenboven stelden ze een zeer hoge mutatiegraad vast, die nog meer uitgesproken was in de tweede generatie afstammelingen.

Deze studie doet een oproep om andere onderzoeksstudies op te zetten die zouden bepalen in welke mate de inname van chroompicolinaat het ontstaan van bepaalde kankers en steriliteit bij de mens kan beïnvloeden. De studie wijst eens te meer op het probleem dat zich stelt in verband met de vrije verkoop van supplementen waarvan de doeltreffendheid en de veiligheid verre van gewaarborgd zijn.

Nicolas Guggenbühl

Referenties:
(1) Pittler MH et al. Int J Obes Relat Metab Disord 2003;27(4):522-9
(2) Bagchi D et al. Res Commun Mol Pathol Pharmacol 1997, 97:335-346.
(3) Hepburn DDD et al. Proc Natl Acad Sci U S A 2003; 10.1073/pnas.0636646100.

hoog van bladzijde

<< previous

Google

Web
H&F.be
 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés