.
 

Dieet-Namaak> N°56
<< previous next >>

Een kwikopstoot

Vis is gezond. Ja, maar hij is besmet met methylkwik, een krachtig gif voor het zenuwstelsel. Moet daarom het gebruik van vis bevroren worden?

Door Nicolas Guggenbühl

" HEALTH & FOOD " nummer 56, November/December 2002

het artikel drukken

Als het om voedselveiligheid gaan er vaak alarmbelletjes rinkelen. Ze leiden tot onzekerheid die vaak resulteert in een gewijzigd eetgedrag. Moeten we ons zorgen maken om kwik in vis? Het Franse Voedselveiligheidsagentschap (Afssa) heeft zopas een goed gedocumenteerd en duidelijk antwoord op deze vraag geformuleerd.
Vis en schaaldieren zijn zeker niet de enige en belangrijkste bronnen van kwik in onze voeding. Het aanwezige kwik bevindt zich overigens hoofdzakelijk onder een organische vorm, het methylkwik (MeHg), dat bijzonder goed wordt opgenomen en onder deze vorm gemakkelijk de bloedhersen- alsook de foeto-placentaire barrière passeert.

Wild versus gekweekt

Het Afssa heeft, voor verschillende leeftijdscategorieën, de mediane aanbreng geëvalueerd. Of m.a.w. de hoeveelheden kwik die overeenkomen met een gemiddelde hoeveelheidinname (150 tot 300 g naargelang de leeftijdscategorie) en met een gemiddeld consumptieniveau. Niet minder dan 629 stalen afkomstig van zeevis, 326 van gekweekte vis en 1 233 van weekdieren werden voor deze studie geanalyseerd.
Hieruit blijkt dat voor de wilde vissoorten de mediaan lager ligt dan de wekelijks aanvaardbare dosis (DHT - Dose Hebdomadaire Tolérable Provisoire) en dit voor alle leeftijdscategorieën. Voor de 3 tot 8 jarigen is dit zelfs minder dan 50 % van de DHTP, terwijl voor de leeftijdsgroep van 15-24 jaar en die van 25-64 jaar (met inbegrip van zwangere en zogende vrouwen) deze minder dan een vijfde van de DHTP is. Daartegenover staat dat een gemiddelde inname van sterk gepollueerde vis (95ste percentiel van de inname), de DHTP-norm duidelijk overschreden wordt bij de 3 tot 8 jarigen.
Voor de gekweekte vissoorten is de situatie zeer duidelijk. Voor alle leeftijdscategorieën en voor alle innamenniveaus is de blootstelling beduidend lager in vergelijking met de zeevissen en beneden de DHTP-waarden.
De liefhebbers van oesters, mosselen en andere weekdieren worden ook gerustgesteld. Het onderzoek toont aan dat de schelp- en schaaldieren een te verwaarlozen invloed hebben op de hoeveelheid ingenomen kwik afkomstig van producten uit de zee.

Meer “voor” dan “tegen”

Er is beslist geen gebrek aan argumenten die in het voordeel van visconsumptie pleiten en het Afssa houdt daar ook rekening mee. Het agentschap wijst op het belang van vis als bron van essentiële vetzuren, nodig voor de ontwikkeling van het zenuwstelsel en van de cognitieve functies, als bron van eiwitten, vitamines en oligo-elementen (in het bijzonder selenium). Vis bezit ook antitrombotische en anti-aritmische eigenschappen en is een goede bron van omega-3 vetzuren.

De giften veranderen

Besluitend stelt het Afssa dat de aanbeveling om twee maal vis per week te eten, zonder daarbij de vette vissoorten (makreel, haring, zalm) uit het oog te verliezen, zonder enige twijfel gerechtvaardigd is. Voor zwangere en zogende vrouwen evenwel, alsook voor jonge kinderen, wordt aanbevolen een zeer divers assortiment vis te consumeren. Hierbij is het niet nodig, onder het mom van preventie, vis die verdacht wordt grote hoeveelheden kwik te bevatten uit het menu te bannen. Verdachtmakers zijn onder meer: pelagische vissen (die op grote diepte leven), carnivoren, langlevende en vette vissoorten die meer kwik aanbrengen zoals zeebrasem, zwaardvis, haaisoorten, tonijn.
Kortom: twee maal per week vis van diverse origine.

Nicolas Guggenbühl

Ref. :
www.afssa.fr

hoog van bladzijde

<< previous

Google

Web
H&F.be
 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés