|
" HEALTH & FOOD " nummer 82, Maart - April 2007
|
Een eenvoudige wijziging van het genetisch erfgoed volstaat niet om de huidige stijging van het aantal allergieën te verklaren, net zo min als deze kan uitgelegd worden door een efficiëntere opsporing van atopie. Het zou zelfs kunnen dat de veranderingen in onze manier van leven en onze omgeving de oorzaak zijn.
De zogenaamde "hygiëne-hypothese" wordt inderdaad meer en beter gedocumenteerd. Zij schrijft de escalatie van bepaalde aandoeningen (allergieën, rheuma, inflammatoire darmaandoeningen...) toe aan een verminderde blootstelling aan pathogene micro-organismen of, volgens de laatste gegevens, aan een te beperkt contact met goede micro-organismen, noodzakelijk voor de ontwikkeling van een gezonde darmflora.
Darmflora en immuunrespons
De eerste zes levensmaanden vertegenwoordigen de kritische periode in het tot stand komen van atopie. Het immuunsysteem van de pasgeborene is in deze periode nog immatuur en kenmerkt zich door een onevenwichtig antwoord van de T helper 2 lymfocyten (Th2), sterker dan het antwoord van de Th1.
Bij allergische kinderen met een hoog atopierisico is de selectieve ontwikkeling van een Th2 profiel duidelijk. De gegevens die pleiten voor een gunstige inwerking van heel specifieke probiotische bacteriën, zoals LGG, stapelen zich op.
Deze zouden de immuunrespons van de pasgeborene moduleren alvorens zich een onevenwicht in het antwoord ten gunste van Th2 zou kunnen voordoen en er inflammatoire allergische reacties van het type "atopisch eczeem" kunnen ontstaan.
Beletten van het ontwikkelen van het allergisch terrein
De voorbije jaren verschenen de eerste resultaten die het preventief effect van de toediening van probiotische bacteriën op het verschijnen van eczeem en de handhaving ervan in de tijd, aantoonden. Ze komen voornamelijk uit Finse studies. De supplementering van een moeder met hoog risico op atopie door Lactobacillus rhamnosus GG tijdens de zwangerschap en van het kind gedurende de 6 eerste levensmaanden, gaat aldus de frequentie van atopische dermatitis op de leeftijd van 2 jaar met 50% verminderen, vergeleken met de placebo-groep.Deze resultaten werden 2 maal beves-tigd, wanneer de opgevolgde kinderen respectievelijk 4 en 5 jaar bereikten, wat aantoont dat de bescherming gehandhaafd blijft in de tijd, met een mindere bronchiale hyperreactiviteit.
Deze studies tonen aan dat de probiotische benadering veelbelovend en ongevaarlijk is.
1 miljard Lactobacillus GG per gelule
Ergyphilus®, een exclusief product van het laboratorium Nutergia, is een gebreveteerd mengsel van 4 belangrijke probiotica-stammen (LGG, Lactobacillus acidophilus, Lactobacillus casei en Bifidobacteriën) met 1 miljard LGG per gelule.
Bij de inname van 2 à 4 gelulen per dag, versterkt dit probiotisch complex de natuurlijke weerstand, stimuleert de lokale en algemene immuniteit, zorgt voor een evenwichtige intestinale flora en voorkomt atopie.
Ergyphilus® is één van de zeldzame probiotica op de markt die LGG bevat, wat het van de meerderheid van de andere probiotica onderscheidt door een grote intrinsieke weerstand tegen maagzuur, tegen antibiotherapie, alsook een betere intestinale verankering en proliferatie.
Toekomst voor de GGO's
Een onderzoeksteam verbonden aan de afdeling pediatrie van het Universitair Ziekenhuis in Geneve, bracht een genetische wijziging aan bij een stam van de Lactoccocus lactis. Hierdoor produceerde de bacterie een interleukine-10 met anti-inflammatoire eigenschappen die mogelijk een voedingstolerantie kan beïnvloeden. Testen bij muizen die deze gewijzigde bacteriestam oraal kregen toegediend, wijzen op een verminderd risico voor een anafylactische shock veroorzaakt door de voeding van de muizen en gaf aanleiding tot een significante daling van het IgE. De resultaten van dit onderzoek zouden ook bij patiënten met inflammatoire darmaandoeningen moeten uitgevoerd worden. Pas dan kan, dank zij het interleukine-10 aangemaakt door de gewijzigde Lactoccocus lactis, het einde van een overgevoeligheid bevestigd worden.
Nog steeds in het kader van de genetisch gewijzigde organismen legt de gentechnologie zich meer en meer toe op het aanmaken van voedingsmiddelen waarin de allergieveroorzakende bestanddelen afwezig of gewijzigd zijn. Zo heeft een Duits onderzoeksteam een tomaat 'ontworpen' waarvan één van de allergenen genetisch werd gewijzigd. De resultaten waren bevredigend, maar toch onvoldoende om de tomaat op de lijst van hypo-allergene voedingsmiddelen te plaatsen. Om zover te komen zouden ook alle andere allergenen in de tomaat moeten gewijzigd worden. Voldoende reden om verder onderzoek op dit domein aan te moedigen.
Referenties
1- Kalliomäki M, Salminen S, Arvilommi H et al: Probiotics in primary prevention of atopic disease: a randomised placebo controlled trial. Lancet 2001, 357, 1076-1079 et Lancet 2003, 361, 1869-71.
2- Kirjavainen PV, Apostolou E, Salminen SJ, Isoleuri E : New aspects of probiotics - a novel approach in the management of food allergy. Allergy 1999, 54, 909-915.
3- Rautava S, Kalliomaki M, Isolauri E: New therapeutic strategy for combating the increasing burden of allergic disease: Probiotics-A Nutrition, Alllergy, Mucosal Immunology and Intestinal Microbiota (NAMI) Research Group report J Allergy Clin Immunol. 2005 Jul;116(1):31-7
4. Kalliomaki M, Salminen S, Poussa T, Isolauri E J Probiotics during the first 7 years of life: A cumulative risk reduction of eczema in a randomized, placebo-controlled trial. Allergy Clin Immunol. 2007 Feb 6; [Epub ahead of print].
|
