.
 

Archieven> N°79 > artikel
<< previous next >>

Een tekort in Omega-3 bestaat werkelijk

De omega-3 vetzuren zijn essentiële vetzuren. Maar deze kennis is niet voldoende: er zijn evengoed bronnen van mariene als van plantaardige oorsprong nodig

Door Dr. J. Andris

" HEALTH & FOOD " nummer 79, Oktober November 2006

het artikel drukken

Men vindt omega-3 vetzuren in twee grote soorten voedingsmiddelengroepen: planten en de zeeproducten. De plantaardige omega-3 zijn overvloedig in bepaalde planten aanwezig, maar zij fragiel. De voornaamste ervan is het alfa-linoleenzuur of ALA. Het heeft een cardiobeschermend effect op zichzelf of als voorloper van andere vetzuren met een zeer lange keten. De omega-3 die men in vissen vindt zijn het eicosapentaenoïenezuur (EPA) en het docosahexaenoïnezuur (DHA). In het celmetabolisme staan de omega-3 vetzuren in concurrentie met die van de omega-6 reeks voor dezelfde enzymen, die leiden tot hun verlenging. De omega-6 vetzuren zijn eveneens essentieel, maar leiden tot het arachidonzuur, voorloper van pro-inflammatoire factoren. We kennen nu goed de gevolgen van ontstekingsverschijnselen in de fysiopathologie van arteriosclerose. EPA en DHA daarentegen zijn allebei cardioprotectors.

De kwestie van de behoeften

Om het pathologische risico van voedseloorsprong te evalueren bij iemand moet men eerst zijn status en zijn aanbreng in een of andere voedingsstof kennen die door teveel of tekort een bepaalde aandoening kan veroorzaken of bevorderen. Men moet vervolgens deze status confronteren met de behoeften. Behoeften die kunnen variëren al naargelang men een of andere aandoening wil voorkomen. Dat is nu net wat blijkt wanneer men probeert om dergelijke soort vraag inzake cardiovasculair risico te bestuderen. Hebben wij een tekort aan omega-3 vetzuren? Het begrip tekort wordt bepaald ten opzichte van een norm. In Frankrijk bijvoorbeeld is men van mening dat de huidige aanbreng in omega-3 vetzuren van plantaardige oorsprong slechts ongeveer 30% van de geadviseerde aanbreng dekt. En dan nog: dat betreft de groepen die niet als risicovol worden beschouwd, door een onevenwichtige voeding bijvoorbeeld. De ontoereikende aanbreng in omega-3 van zeeoorsprong is waarschijnlijk nog veel ernstiger. Om een voorbeeld te geven betreffende een ander land kunnen we stellen dat in de VS alleen maar een kwart van de voedingsaanbreng die in omega-3 van zeeoorsprong wordt geadviseerd, worden gedekt. Voor EPA en DHA hebben de Amerikanen een aanbreng van 0,1 tot 0,2g/d terwijl de cardiologen de behoeften aan 1g/d. inschatten. Zij verbruiken daarentegen duidelijk meer ALA, maar hun hoofdbron is soja en deze bevat eveneens veel omega-6 vetzuren. We wijzen nog op de concurrentie tussen deze twee reeksen vetzuren voor de werking van de enzymen.

De goede bron

De Seven Countries Study heeft aangetoond dat Japan het land is met het geringste cardiovasculaire sterftecijfer. Deze bevolking verbruikt veel vis (EPA en DHA), maar ook sojaolie (ALA). Aan de andere kant openbaarde de studie dat de Finnen de droevige kampioenen van het cardiovasculaire sterftecijfer waren, terwijl zij nochtans ook niet weinig vis verbruiken. Uiteindelijk hebben de Grieken een goed gemiddeld verbruik van vis en planten. Zij waren in de tijd van de Middellandse-Zeeregime ?in pure toestand", zeer goed geplaatst voor hun cardiovasculair sterftecijfer. Dat wijst erop dat beide bronnen noodzakelijk zijn.

Fijner dan dat

De geleverde bescherming is niet dezelfde volgens de aard van de bron. Het blijkt immers dat omega-3 van zeeoorsprong beschermend werken tegen coronaire aandoeningen vooral bij vrouwen en tegen de sterfte van coronaire oorsprong. Een studie heeft eveneens dezelfde voordelen tegenover hartfalen aangetoond. In meta-analyses wordt inderdaad deze bescherming van omega-3 van zeeoorsprong tegen cardiovasculaire sterfte bevestigd. Het blijkt nog in de literatuur dat dezelfde conclusie geldt voor de preventie van cerebro-vasculaire accidenten. Maar bij diabetespatiënten, die de vetzuren niet op dezelfde wijze metaboliseren als de niet-diabetici omdat bepaalde enzymen door de insuline worden beïnvloed, moeten de dosissen van omega-3 duidelijk hoger zijn om dezelfde voordelen te verkrijgen. De omega-3 vetzuren van plantaardige oorsprong geven een bescherming van myocard en slagaders. Het beschermingsniveau is afhankelijk van het gehalte aan ALA van de voeding. Een studie werd uitgevoerd in de VS over de mechanismen van overlijden van cardiale oorsprong en heeft aangetoond dat ongeveer 60 % van deze overlijdens door plotselinge dood was voorgekomen. Onder de predictieve factoren van deze plotselinge dood kwam het tekort aan omega-3 voor.

Bevestigde dualiteit

Kan door de correctie van dit tekort het sterftecijfer dalen? De DART-studie had reeds aangetoond dat het regelmatige verbruik van vis de levensverwachting verhoogt, hoewel het geen gevolg had voor de klassieke risicofactoren. Het verhoogt de concentraties van EPA en DHA. Het vermindert met 30% het cardiale sterftecijfer en het sterftecijfer door alle oorzaken. Maar het heeft geen gevolg voor het percentage van recidief van de niet- fatale infarcten. We vinden goed de bescherming terug door het verbruik van vis tegen overlijden van cardiale oorsprong, maar niet tegen infarcten. Deze bescherming tegen infarct berust op het linoleenzuur. Blijkt dus dat beide bronnen van omega-3 absoluut noodzakelijk zijn in een evenwichtige voeding, als men zowel de hartproblemen over het algemeen als meer specifiek de coronaire problemen wil voorkomen.

Dr. J. Andris


Naar een conferentie van Michel de Lorgeril (Upignac, 21/09/2006), georganiseerd door PHARCO. Referenties Burr ML et al. Lancet 1989; 2: 757-61. He Ka et al. Circulation 2004; 109: 2705 - 2711 (doi:10.1161/01.CIR.0000132503.19410.6B) Hu FB et al. JAMA. 2002; 287: 1815-1821. Keys A. Circulation 1970 (Suppl to vol. 41) 1-211.

hoog van bladzijde

<< previous

Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés