.
 

Archieven> N°76 > artikel
<< previous next >>

Plantaardige sterolen en cholesterol:
waarom lukt het?

Sinds jaren hebben plantaardige sterolen en stanolen de oorlog verklaard aan cholesterol ! In de winkelrekken zijn er steeds meer producten te vinden en er verschijnen steeds meer wetenschappelijke studies. Hoe kunnen hun niet aflatend succes en doeltreffendheid verklaard worden ?

Door Nicolas Rousseau

" HEALTH & FOOD " nummer 76, Maart/April 2006

het artikel drukken

Hoe kan het succes van ‘anticholesterolproducten’ zoals plantaardige voedingsmiddelen verrijkt met sterolen en stanolen verklaard worden ? Een eerste verklaring moet wellicht gevonden worden in het licht van de huidige gezondheidsbekommernis. Chronische aandoeningen, met de cardiovasculaire aandoeningen voorop, vormen nog steeds het belangrijkste medisch probleem bij de prille aanvang van de 21ste eeuw. De kosten die de traditionele behandelingen van deze aandoeningen met zich meebrengen zijn goed op weg om de gezondheidsinstanties overal ter wereld te ruïneren. Het is een vrij paradoxale toestand in die zin dat de meeste van deze pathologieën rechtstreeks verband houden met onze levensstijl. De preventieve en therapeutische maatregelen met het oog op het wijzigen van deze levensstijl lijken, in termen van kosten/doeltreffendheid, alsmaar aantrekkelijker te zijn.

Om er een gezonde levensstijl op na te houden moet de aandacht tegelijk op twee belangrijke factoren worden toegespitst: meer fysieke activiteit en een evenwichtige voeding. Om op grote schaal doeltreffend te zijn moet deze benadering een duurzaam karakter hebben en moet deze door alle geledingen van onze samenleving gedragen worden (industrie, geneeskunde, distributiesector, politiek, …), wat niet altijd voor de handliggend is. Dit is een van de redenen waarom het momenteel zo verleidelijk is een voedingsmiddel ‘aan te passen’ om het functioneler te maken. Dit is onder meer het geval voor natuurlijk verrijkte levensmiddelen met omega-3 vetzuren, de pro- en prebiotica en … voedingsmiddelen verrijkt met plantaardige stanolen en sterolen. Nochtans verklaart deze socio-medico-economische analyse niet alles.

Wetenschappelijk aangetoond

De kracht van de functionele voedingsmiddelen, wat fytosterolen zijn, is dat ze kunnen bogen op een uitzonderlijke wetenschappelijke basis. In dit opzicht zijn ze te vergelijken met geneesmiddelen. Dit is belangrijk omdat daardoor de medische wereld er zich, gedeeltelijk althans, welwillend kan achterscharen. Honderden onderzoeken bevestigen het hypocholesterolimiërend effect van plantaardige sterolen en stanolen. De werkzame dosis is gekend (ordegrootte 2 g per dag, boven de 3 g wordt de bovengrens bereikt) en de werkingsmechanismen worden met de dag duidelijker.
Vooreerst worden de plantaardige stanolen en sterolen in het maagdarmstelsel afgebroken tot vrije sterolen en vetzuren. Bepaalde vrije sterolen en cholesterol coprecipiteren en vormen onoplosbare deeltjes die uitgescheiden worden. Andere vrije sterolen vormen met cholesterol micellen waardoor de enterocytaire opname vermindert. De competitie met de vrije sterolen betekent dus dat cholesterol in mindere mate wordt opgenomen. Maar dit is niet alles. Plantaardige sterolen en stanolen verhogen in beperkte mate het tot stand komen van de ABC transporter ter hoogte van de dunne darm, waardoor hun opname opmerkelijk daalt.
Hierdoor wordt het cholesterolmetabolisme behoorlijk verstoord : in de eerste plaats daalt de opname van cholesterol in de lever via de chylomicrons. Op dat ogenblik verhoogt de lever de enzymatische synthese van cholesterol, maar dit wordt gecompenseerd door een verhoging van het aantal LDL receptoren. Het uiteindelijk resultaat is een daling van de totale cholesterol met ongeveer 10 % en van de LDL-cholesterol met bijna 15 %. Dalende percentages die zich reeds na 2 à 3 weken manifesteren wanneer een aangepast voeding (met sterolen of stanolen) ingenomen wordt. Dit dalend effect wordt zowel op korte als op lange termijn vastgesteld en wordt niet beïnvloed door de frequentie van de inname (1, 2 of 3 innames per dag bijvoorbeeld).

Een goed hart als einddoel

De betrachting is deze met fytosterolen verrijkte voedingsmiddelen bij een zo breed mogelijke groep van patiënten te gebruiken. Deze producten beperken het cholesterolgehalte zowel bij personen met een hypercholesterolemie als bij kinderen met een familiale hypercholesterolemie, maar ook bij patiënten met type 2 diabetes en bij patiënten behandeld met statines. Het hypocholesterolimiërend effect van plantaardige sterolen kan aanvullend zijn bij de inname van dit type medicatie, op voorwaarde evenwel dat dit gepaard gaat met de inname van een vetarme voeding.
Er zijn eveneens aanwijzingen dat dergelijke voeding een positieve invloed zou hebben op de endotheelwerking, te vergelijken met de statines, al moeten deze resultaten hiervan nog bevestigd worden. Bepaalde studies wijzen overigens op hun belang bij personen met overgewicht die een dieet volgen en behandeld worden met fibraten. Deze werking wordt zowel bij mannen als bij vrouwen vastgesteld.
Recent werd de doeltreffendheid van vetarme en met fytosterolen verrijkte voedingsmiddelen (zoals yoghurt of verse kaas) in vraag gesteld. Een terechte en logische vraag, gezien de stanol- en sterolesters oplosbaar zijn in vet. Een bezorgdheid die recent in een aantal wetenschappelijke studies werd weerlegd : de doeltreffendheid van deze producten in dit type van zuivelproducten blijft behouden.
De enige onzekerheden die er momenteel nog bestaan omtrent de impact van fytosterolen op de gezondheid hebben betrekking op de opname van een klein deel van de plantaardige sterolen (wat niet geldt voor de stanolen) en de daarmee gepaard gaande hogere bloedwaarden. Mogelijk heeft dit ook een invloed op de opname van vetoplosbare vitamines en carotenoïden. Tot het tegendeel bewezen wordt, wordt de veiligheid van plantaardige sterolen en stanolen niet in twijfel getrokken. Het verlies aan vitamines blijft beperkt en ze worden goed verdragen. Meer zelfs, de epidemiologie pleit ruimschoots in hun voordeel : een vermindering van het totaal cholesterolgehalte met 10 % leidt, in functie van de leeftijd, tot een daling van het risico op hart- en vaataandoeningen met 20 tot 50 %. Een baten/risico analyse die ruimschoots in het voordeel van deze producten pleit.

Geen mirakelvoedingsmiddel!

Een resem aan argumenten maken dat het gebruik van voedingsmiddelen verrijkt met fytosterolen algemeen aanvaard is. Mag de patiënt dan zomaar margarine, yoghurt of verse kaas uit deze gamma vrij gebruiken ? Het is aan de behandelende arts om de patiënt op de risico’s te wijzen bij een onoordeelkundig gebruik van dit type producten. Herinneren we eraan dat deze producten alleen maar nuttig zijn wanneer ze samen met een vetarme voeding worden ingenomen die ‘rijk’ is aan vetten van goede kwaliteit. De belangrijke stelregel blijft : vetten afwisselen ! Men mag niet uit het oog verliezen dat deze speciale margarines toch nog altijd een bron van vet blijven en hun gebruik beperkt moet blijven. Kijk ook uit bij zwangerschap en borstvoeding : in deze periode zijn de voedingsbehoeften gewijzigd en wordt het gebruik van dit type van levensmiddelen ontraden. Voor kinderen is de enige indicatie : familiale hypercholesterolemie. Om problemen met cholesterol te voorkomen, zullen de ‘gezondheidsyoghurt’ en -margarine dus niet alle problemen oplossen, het weze duidelijk : er bestaan geen mirakelvoedingsmiddelen !!

Nicolas Rousseau
Diëtist, nutritionist

Referentie:
Congrès Hearts of Minds about functional foods and prevention of cardiavascular disease, 19 octobre 2005.

hoog van bladzijde

<< previous

Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés