.
 

Archieven> N°74 > artikel
<< previous next >>

Heeft België een tekort aan omega-3 vetzuren?

Hoe is het bij ons gesteld met de aanbreng van omega-3 ? Er zijn nieuwe gegevens beschikbaar voor België die een antwoord geven op deze vraag.

Door Nicolas Guggenbühl

" HEALTH & FOOD " nummer 74, December 2005

het artikel drukken

Heel wat bronnen houden vol dat ons ‘westers’ voedingspatroon onvoldoende omega-3 vetzuren verschaft. De feitelijke gegevens voor wat België betreft schieten schromelijk tekort. Op een symposium gewijd aan dit onderwerp*, stelde Prof. S. de Henauw (Universiteit van Gent) de resultaten van een onderzoek voor dat gevoerd werd bij 600 vrouwen (leeftijd 18-39 jaar) in de Gentse regio. Over het algemeen bevestigen de resultaten de gegronde bezorgdheid : we halen de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden voor deze vetzuren niet.

Onvoldoende aanbreng

Uit het onderzoeksmateriaal blijkt dat de meerderheid van de ondervraagden niet de minimale drempel voor de hoeveelheid ALA haalt. De Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH) voor dit vetzuur bedraagt < 1 % van de totale energie behoefte (TEB). De lange-keten omega-3 vetzuren, te weten het EPA en het DHA, vertegenwoordigen gemiddeld minder dan 0.1 % van de TEB bij de onderzoekspopulatie, wat ook beduidend onder de aanbevelingen ligt (< 0.3 % van de TEB). De verhouding n-6/n-3 vertoont een gemiddelde waarde tussen 6 en 10, wat minder hoog is dan wat bepaalde bronnen voorhouden (ongeveer 15), al blijft het toch boven de aanbevolen maximale limiet van 4 tot 5.

Omega-3 in sausen

In het onderzoek werd ook het aandeel van de omega-3 houdende voedingsmiddelen onderzocht. Het is vooral op dit vlak, eerder dan de inname van omega-3 vetzuren in absolute hoeveelheden, dat er zich bepaalde verschillen in eetcultuur in België manifesteren. Zo zijn sausen de belangrijkste bron van ALA : ze zijn goed voor niet minder dan 25 % van de totale aanbreng van dit vetzuur, op de hielen gezeten door mayonaise (18 % van de aanbreng aan ALA). Vermoedelijk zijn deze cijfers te verklaren door het veralgemeend gebruik van koolzaadolie die rijk is aan ALA.
Voor wat het EPA en DHA betreft zijn de bronnen, vermits ze voornamelijk afkomstig zijn van producten uit de zee, duidelijk minder gediversifieerd. Vette vis levert ongeveer de helft van de EPA en DHA vetzuren. Zeevruchten leveren ook een stevige bijdrage (24 % voor het EPA en 13 % voor het DHA), gevolgd door magere vissoorten (respectievelijk 8 en 9 %).

Pas op voor overdaad ?

Houdt de omega-3 rage toxische risico’s in ? Michel de Lorgeril (Grenoble, Frankrijk) is in dit opzicht formeel : “in humane studies waarbij omega-3 vetzuren als medicatie werden gebruikt (tot 6 g EPA + DHA per dag) werd geen enkel schadelijk neveneffect vastgesteld”. De cardioloog stelt verder dat “nooit een verhoogd risico op bloeding werd vastgesteld, zelfs niet in combinatie met aspirine”.
Wat gebeurt er wanneer systematisch voor omega-3 rijke of omega-3 verrijkte voedingsmiddelen wordt geopteerd ? Een denkoefening die Véronique Maindiaux (diëtiste, Instituut Paul Lambin, Woluwe) zich ook maakte. Ze berekende de aanbreng van omega-3 vetzuren over een periode van drie weken, waarbij voornamelijk dierlijke voedingsmiddelen uit het gamma omega-3 concept werden gebruikt, ook smeer- en bereidingsvetten rijk aan omega-3, en waarbij tweemaal per week vette vis op het menu stond. Het resultaat van deze ‘maximalistische’ formule was geruststellend : met een aanbreng van 3.8 g ALA blijft dit nog binnen de limieten van de aanbevolen hoeveelheden.

Nicolas Guggenbühl
Diëtist, voedingsdeskundige

* Omega-3, Voeding en gezondheid, Symposium georganiseerd door het Instituut Danone, Brussel, 23 oktober 2005.

hoog van bladzijde

<< previous

Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés