.
 

Archieven> N°67 > artikel
<< previous next >>

Infectieuze diarree :
probiotica zeker op hun plaats

Infectieuze diarree is een van de belangrijkste oorzaken van ernstige diarree en zorgt voor een enorm probleem voor de volksgezondheid in ontwikkelingslanden. Probiotica vinden er meer en meer een toepassing en dit zowel bij de behandeling als bij de preventie van diarree.

Door Nicolas Rousseau

" HEALTH & FOOD " nummer 67, Oktober/November 2004

het artikel drukken

Het menselijk maagdarmstelsel bevat ongeveer 1014 bacteriën, dit is ongeveer 10 tot 20 maal meer dan het totaal aantal lichaamscellen. Van deze enorme populatie is slechts 20 % gekend en als afzonderlijke stammen geïnventariseerd. Spijts de opmerkelijke vorderingen op het gebied van het moleculair onderzoek is het volledig in kaart brengen van alle bacteriesoorten in de intestinale flora nog niet voor morgen. Hoewel de microbiële fecale flora van een individu door de jaren heen vrij stabiel blijft, kunnen er zich, als gevolg van een barrière-effect van de darmflora, sterke interindividuele verschillen voordoen. De biodiversiteit is dus sterk verschillend, wat het onderzoek en het inzicht in de materie er niet gemakkelijker op maakt.

Een wijzigende flora

De stabiliteit van de intestinale flora is niet geheel homogeen. In het linker colon is er een zeer rijke flora aanwezig en dit in tegenstelling met het rechter colon waar veel meer substraten aanwezig zijn. De diversiteit van de flora wijzigt met de leeftijd, maar ook talrijke fysico-chemisch paramaters wijzigen de samenstelling en de activiteit van de flora: de pH, de redox-potentiaal, galzouten, vermoedelijk ook het intestinaal immunitair weefsel en de motoriek die de snelheid van de darmpassage beïnvloedt. Tenslotte beïnvloeden ook het gebruik van antibiotica, in functie van de antibacterieel spectrum en de farmacokinetiek (bepalend voor de concentraties in het colon) de flora. Dit alles kan leiden tot ongewenste gevolgen, zoals onder meer een verminderde fermentatiecapaciteit (verantwoordelijk voor een verhoogd risico op diarree), een verminderd barrière-effect (waardoor pathogenen zoals Clostridium difficile gemakkelijker kunnen ontwikkelen) of tot een resistentie ten aanzien van antibiotica.

Weerspiegeling van de gezondheid

De microbiële flora beïnvloedt tal van metabole processen en bepaalt derhalve in belangrijke mate de gezondheid van de gastheer. Het merendeel van de door de flora gevormde metabolieten worden opgenomen in de darm en verder in het lichaam gemetaboliseerd. Zo vormen er zich bij de afbraak van eiwitten door de darmflora tal van organische bestanddelen met een potentiële giftigheid (ammoniak, fenolen, …). De fermentatie van de koolhydraten daarentegen heeft eerder een positieve invloed. De bacteriële biomassa neemt opmerkelijk toe, waardoor het vrijkomen van potentieel giftige bestanddelen aanzienlijk beperkt wordt.

De intestinale flora heeft ook drie belangrijke functies ten aanzien van de intestinale en perifere immunitaire systemen : een activerende rol, modulerend voor specifieke respons, bijvoorbeeld de beschermende IgA antirotavirusrespons in de darm, vooral belangrijk bij pasgeborenen. De flora heeft ook een regulerende functie, zoals bij de oraal geïnduceerde tolerantie, die de immunitaire reacties met eiwitten uit de voeding en met bestanddelen uit de flora zelf verhindert.

Gewijzigd door infecties

Hoewel de werking van de intestinale flora ogenschijnlijk goed functioneert, onder meer dank zij een microbiële symbiose, kan ieder wijziging van haar biotoop aanleiding geven tot een darminfectie. Dit is zeker geen geïsoleerd voorval. Op internationaal vlak is een infectueuze diarree ongeveer in de helft van de gevallen verantwoordelijk voor ernstige diarree aandoeningen. Ze kennen vooral in de winter een piek en vertonen een heropflakkering in de zomer. Deze bipolaire spreiding van dit type diarree is logisch te verklaren, zij houdt verband met de verantwoordelijke agens: virussen in de winter en bacteriën in de zomer.

Er zijn maar weinig studies beschikbaar waarbij de wijzigingen van de saprositaire (niet pathogene) flora bij infectueuze diarree werden onderzocht. Karikaturaal zou men kunnen stellen dat een pathogene bacterie kwalitatief en kwantitatief de plaats van de normale darm microflora inneemt. In werkelijkheid blijkt dit niet altijd het geval te zijn. Bij een infectueuze diarree wijzigt de flora grondig van samenstelling : een verhoging van de aërobe bacteriën en een drastische daling van de strikt anaërobe bacteriën. Kortom, de microbiële darmflora is gedestabiliseerd en zou (het is nog steeds een hypothese), als gevolg van een overvloed aan water en elektrolyten of als gevolg van motorieke stoornissen, een gelijkaardige samenstelling als in het rechter colon aannemen.

Soldaten in de vuurlijn

De aanwezigheid van pathogene bacteriën bij diarree heeft ertoe geleid rationeel gebruik te maken van antibiotica. De meeste infectieuze vormen van diarree worden evenwel door virussen veroorzaakt, waarbij de behandeling vooral symptomatisch is en erin bestaat de hydro-elektrolyten-huishouding bij te sturen. Het milderen van de intensiteit en de duur van de infectueuze diarree lijkt bij de behandeling de belangrijkste doelstelling te zijn. Het erkennen van het barrière-effect van de endogene flora ten aanzien van de pathogene micro-organismen, gekoppeld aan het feit dat de microflora radicaal wijzigt bij een infectueuze diarree, maakt het probiotisch concept meer en meer aantrekkelijk en zelfs vanzelfsprekend. Daarbij komt dat het gebruik van probiotica door de jaren heen tot uitstekende resultaten heeft geleid en dit zowel curatief bij bacteriële therapie als preventief bij infectueuze diarree.

Preventie en behandeling

Vooral bij reizigers diarree blijken probiotica bijzonder waardevol te zijn. De incidentie varieert van 20 tot 50 % naar gelang de oorsprong, de plaats van besmetting, maar ook de wijze van transport. Na de inname van besmet voedsel of water worden zeer vaak enterotoxinogene Escherichia coli teruggevonden. De preventieve behandeling met probiotica is hierbij bijzonder doeltreffend, maar verschilt soms naargelang de bestemming. Met Lactobacillus GG en Saccharomyces boulardii worden goede resultaten verkregen, al blijken bij de behandeling nog betere resultaten bekomen te worden wanneer een mengeling van probiotica wordt ingenomen.

Bij kinderen zijn probiotica in staat infectueuze diarree te voorkomen. Ook hier blijkt uit bepaalde onderzoeken dat de Lactobacillus GG zich handig uit de zaak draait : het aantal keren dat diarree voorkomt daalt. Uit andere studies blijkt dat de verspreiding van het rotavirus aan banden kan worden gelegd, wat ook geldt voor een combinatie van probiotica op basis van Bifidobacterium bifidum en Streptococcus thermophilus. De Lactobacillus GG en de Saccharomyces boulardii blijken ook doeltreffend te zijn om de intensiteit en de duur van de diarree bij kinderen te beperken. Wat de Lactobacillus GG betreft lijkt de werking nog doeltreffender te zijn, in het bijzonder bij kinderen die door het rotavirus zijn besmet. De aanwezigheid van Saccharomyces boulardii leidt tot een vlugger klinische herstel en een kortere duur van de diarree (minder dan 48 u). Het best gedocumenteerde effect van deze gistsoort betreft evenwel de preventieve werking bij diarree als gevolg van een antibioticabehandeling en bij de behandeling van multirecidive infecties door Clostridium difficile.

Nicolas Rousseau
Diëtist voedingsdeskundige

Referentie :
Flore microbienne intestinale. Physiologie et pathologie digestives. Gecoördineerd door Jean-Claude Rambaud, Jean-Paul Buts, Gérard Corthier, Bernard Flourié. Editions John Libbey Eurotext, Parijs, 2004.

hoog van bladzijde

<< previous

Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés