.
 

Archieven> N°67 > artikel
<< previous next >>

Europeanen en zwaarlijvigheid

De WGO beschouwt zwaarlijvigheid, na roken, als de belangrijkste doodsoorzaak, waarbij het verschil tussen beide alsmaar kleiner wordt. Zwaarlijvigheid was het hoofdthema van het CIAA congres 2004, waarop de resultaten van een enquête behandeld werden, waarin Europeanen over hun voeding en gezondheid bevraagd werden.

Door Nicolas Guggenbühl

" HEALTH & FOOD " nummer 67, Oktober/November 2004

het artikel drukken

Het probleem ‘zwaarlijvigheid’ is een complex probleem. Naast het multifactorieel karakter van de aandoening is zwaarlijvigheid ook het resultaat van vele interacties tussen omgeving en het individu. Een omgeving waarin het aanbod aan voedingsmiddelen voortdurend wisselt en ook de voedingsgewoonten voortdurend wijzigen, en dit in een steeds sneller tempo, zoals zwaarlijvigheid zelf overigens.

De Wereld Gezondheidsorganisatie nodigt de landen uit om haar programma “Wereldstrategie voor de voeding, fysieke activiteit en gezondheid” te implementeren om zo het probleem in goede banen te leiden en initiatieven te nemen om het probleem in te dijken. Eén van de mogelijke denkpistes is bepaalde levensmiddelen te belasten of de beschikbaarheid ervan te beperkten (bijvoorbeeld door frisdrankautomaten uit de schoolomgeving te bannen), tot groot ongenoegen overigens van de voedingsindustrie. De hamvraag die zich hierbij stelt is onder meer: op basis van welke criteria beschouwt men een voedingsmiddel als ‘goed’ of als ‘slecht’?

Noch goed, noch slecht ?

Dagdagelijks worden we met deze dichotomische indeling geconfronteerd, bijvoorbeeld op school, waar tussendoortjes moeten beoordeeld worden. Tot op heden zijn er geen algemeen aanvaarde wetenschappelijke criteria om een verantwoord oordeel te vellen. Hoewel iedereen het er over eens is dat een appel beter in een evenwichtige voeding past dan een snoepje of een ijsje, blijft de stelling geldig : ‘er zijn noch goede, noch slechte voedingsmiddelen, er bestaan wel goede en slechte eetgewoonten’. In dezelfde logica kan men stellen dat het niet de tabak is die doodt maar wel het feit van te roken, het zijn niet de wapens die gevaarlijk zijn maar wel zij die er gebruik van maken !

Wat is de mening van de Europeanen hieromtrent? Uit het onderzoek dat in opdracht van de CIAA (Confederation of the food and drink industries in the EU) in vijf Europese lidstaten (Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en de Tsjechische Republiek) werd uitgevoerd, blijkt een zekere terughoudendheid in verband met de taxatie of belasting te bestaan. Iets meer dan de helft (59 %) van de bevraagden stond negatief tegenover de stelling : “de overheid zou voedingsmiddelen met een beperkte voedingswaarde moeten belasten om het aankopen ervan te ontmoedigen”. Wel moet gezegd dat het resultaat er wellicht helemaal anders zou uitgezien hebben wanneer aan de initiële stelling (wat neerkomt op een verhoging van de prijs) een aanvulling zou toegevoegd zijn geweest zoals “de meerinkomsten zullen gebruikt worden om andere producten, zoals fruit en groenten, goedkoper te maken”.

Zelftevredenheid

Uit het onderzoek blijkt ook dat voedselveiligheid voor 44 % van de ondervraagden dé eerste bekommernis blijft, al is deze in 2004, in vergelijking met 2002, minder uitgesproken waar dit item toen nog 59 % scoorde. Het aantal consumenten dat in de eerste plaats bekommerd is om de prijs daarentegen neemt in aantal toe (13 % in 2002, 21 % in 2004), een zelfde vaststelling overigens aangaande de voedingswaarde (van 13 naar 18 %).

Overgewicht wordt door de consument duidelijk niet als een belangrijk probleem aanzien, wat zich vertaalt in een banalisering van zwaarlijvigheid. Slechts 10 % van de Europeanen zien dit als de belangrijkste aandoening, waarbij grote verschillen van land tot land worden vastgesteld (15 % voor de Britten en 6 % voor de Fransen). De meeste van de ondervraagden zijn van mening dat ze een gezonde voedingsgewoonte hebben (gemiddeld 9 op 10). Zelfs 72 % van diegenen die zwaarlijvig zijn, zijn van oordeel dat ze zich gezond voeden.

Voorlichting werpt zijn vruchten af

Hoe kan het bevorderen van een evenwichtige voeding op de meest efficiënte wijze gepromoot worden? Voor 43 % van de ondervraagden kan dit het best door publieke voorlichtingscampagnes voor de consument, alsook op de scholen. Sommige voorlichtingscampagnes blijken duidelijk invloed te hebben. Dit is onder meer het geval voor specifieke acties die in enkele steden in het Noorden van Frankrijk (Fleurbaix en Laventie) ‘villes-santé’ werden gevoerd. Het project kreeg de naam EPODE (ensemble, prévenons l’obestié dans des enfants) mee. Met dergelijke acties kon duidelijk worden aangetoond dat op de vraag ‘hebben voedingsvoorlichtingscampagnes voor kinderen een invloed op het eetgedrag van kinderen en het gezin’ een positief antwoord kan gegeven worden.

De beoordeling van de resultaten na vijf jaar is bemoedigend : de kennis omtrent voeding bij kinderen is er beter op geworden, kinderen nemen vaker een ontbijt, de kwaliteit van de ingenomen vetten is beter, er worden meer groenten gegeten, minder moeders komen bij in gewicht (dergelijke tendens is bij vaders niet significant) en het aantal gevallen van zwaarlijvigheid bij kinderen stijgt niet meer.

Deze positieve resultaten hebben ertoe geleid dat het EPODE-project in 10 andere steden in 10 regio’s van Frankrijk zal worden gestart waarbij 300 lagere scholen betrokken zijn. Een initiatief dan navolging verdient ….

Nicolas Guggenbühl
Diëtist Voedingsdeskundige

Naar aanleiding van het CIAA-congres 2004 “Food Futures : Eating well, feeling good” Brussel 30-09 / 01-10-2004.

hoog van bladzijde

<< previous

Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés