.
 

Archieven> N°62 > artikel
<< previous next >>

De allereerste kreetjes van een evenwichtige voeding

Bepaalt de voeding tijdens de eerste levensmaanden onze gezondheid op latere leeftijd? Een aantal tekenen, terecht of onterecht, wijzen althans in die richting, met name in verband met de “programmatie” van zwaarlijvigheid.

Door Nicolas Rousseau

" HEALTH & FOOD " nummer 62, December/Januari 2003

het artikel drukken

Wereldwijd lijden zowat 22 miljoen kinderen jonger dan vijf jaar aan overgewicht. Een schrijnend gegeven beseffend dat jaarlijks miljoenen kinderen sterven van honger in derdewereldlanden…. Dit is nochtans de trieste realiteit van de “globesiteit”, een modern hedendaags concept, met de bedenking dat obesiteit de enige niet infectueuze epidemie op deze aardbol is. Met uitzondering van enkele zeldzame genetische factoren, ligt vooral de grondige wijziging van onze levensstijl gedurende de laatste decennia (“epicuristische sedentariteit”) aan de grondslag van dolle jacht op overtollige kilo's.

Welk verband is er met de voeding van de zuigeling? Er zijn aanwijzingen dat kinderen die borstvoeding kregen later minder onderhevig zijn aan zwaarlijvigheid dan zuigelingen die flesvoeding kregen. Blijvende fysiologische veranderingen, veroorzaakt door een specifieke, onbekende factor in moedermelk, worden her en der als verklaring aangehaald. De controle over de snelheid waarmee voedsel ingenomen wordt (borstvoeding) of de smaakvoorkeur (moedermelk is zoeter) kan mogelijk ook een rol spelen. Tot op heden is het vooral de eiwitinname waarop de aandacht toegespitst wordt.

Muziek maestro

CHOPIN. Neen, niet de illustere componist, wel het acroniem van een Europees onderzoeksprogramma toegespitst op zwaarlijvigheid bij kinderen (Childhood Obesity: early Programming by Infant Nutrition) dat onlangs werd voorgesteld tijdens het negende Europees Voedingscongres te Rome (1). Dit onderzoeksproject bestaat uit een uniek pan-Europees initiatief waarbij wetenschappers, de Europese Unie (EU) en de industrie (de Groep Danone) samenwerken om het probleem van de jeugd-obesiteit te onderzoeken. Er is haast bij: in bepaalde landen is in de loop van de voorbije jaren het aantal kinderen met overgewicht verdubbeld. In Italië, waar het kind koning is, zouden 35 % van de kinderen aan overgewicht lijden…
De belangrijkste doelstelling van CHOPIN is na te gaan of het preventief effect van borstvoeding in verband met zwaarlijvigheid op latere leeftijd te wijten is aan het feit dat moedermelk minder eiwitrijk is. Uit de resultaten van het onderzoek dat in vijf landen van de EU loopt (België, Duitsland, Italië, Polen en Spanje) zal wellicht blijken dat het eiwitgehalte in babyvoeding moet aangepast worden.

Meerdere stappen

In 2001 werd een aanvang genomen met het onderzoek en de eindresultaten worden verwacht tegen 2005. CHOPIN is een multicentrische, gerandomiseerde, dubbelblind uitgevoerde interventiestudie die over de periode van één jaar loopt, waarin isocalorische melksoorten met hoge en lage eiwitgehaltes worden vergeleken. Tijdens de eerste twee levensjaren wordt enkele parameters gevolgd: de voedingsgewoonten, het gewicht, de hormonale status en het eiwitmetabolisme. Het netwerk van de Danone instituten zal het onderzoek verder zetten tot de kinderen acht jaar oud zijn, zodat een inzicht op lange termijn met betrekking tot de prevalentie van obesiteit zal kunnen geëvalueerd worden. De bevindingen van de CHOPIN-studie zullen misschien leiden tot aanbevelingen waardoor zwaarlijvigheid vroegtijdig kan vermeden worden.

Bloeddruk

Naast de mogelijk beschermende factoren van moedermelk ten aanzien van zwaarlijvigheid wordt ook aangenomen dat moedermelk leidt tot een gemiddeld lagere bloeddruk op latere leeftijd. Dit vaak aangehaald effect blijkt in de praktijk veel minder uitgesproken te zijn dan wat tot op heden beweerd werd. De resultaten van een recent gepubliceerd meta-onderzoek, verschenen in de BMJ (2), milderen inderdaad dit voordeel in vergelijking met babyvoeding. De gemiddelde systolische bloeddruk vermeld in de diverse studie is weliswaar lager bij kinderen die met moedermelk werden gevoed, maar het verschil is eerder minimaal: 1.10 mm Hg. Daarenboven zouden de resultaten van deze studies gebaseerd zijn op kleine steekproeven (< 300 deelnemers, - 2.05 mm Hg) en middelgrote steekproeven (tussen 300 en 1000 deelnemers - 1.13 mm Hg). Eenmaal in de steekproef meer dan 1000 deelnemers worden onderzocht is het bloeddrukverlagend effect van borstvoeding veel minder duidelijk uitgesproken: - 0.16 mm Hg in vergelijking met flesvoeding. Vandaar dat vroegere uitspraken sterk genuanceerd moeten worden.

Borstvoeding en IQ

De voordelen van borstvoeding manifesteren zich in alle windrichtingen… Eén facet dat tijdens het Europees Voedingscongres naar voor werd gebracht is het verband tussen moedermelk en de verstandelijke ontwikkeling (3). Talrijke metaonderzoeken wijzen op een hogere score van 3.2 punten op de IQ-schaal bij kinderen die borstvoeding kregen. Er werd ook een dosis-respons verband vastgesteld tussen de cognitieve ontwikkeling en de duurtijd van borstvoeding. Daarenboven blijkt dat deze suprematie vrij lang blijft aanhouden. Onderzoek bij mannen tussen 19 en 27 jaar blijkt dat baby's die langer dan zes maanden borstvoeding kregen een hogere score halen (7 punten op de IQ-schaal) in vergelijking met zij die minder dan één maand borstvoeding kregen. Volgens Prof. Michaelsen (Universiteit van Frederksberg, Denemarken) is de meest plausibele verklaring voor deze vaststelling: moedermelk is rijker aan DHA dan babyvoeding. Deze resultaten moeten evenwel gerelativeerd worden omdat de verschillen miniem zijn. Alles hangt af van de hoeveelheid vette vis (zalm, tonijn, makreel, haring, …), rijk aan DHA, die de moeder op het menu zet.

Van de wijs gebracht

Een van de belangrijkste betrachtingen van de producenten van ‘artificiële melksoorten' is zo goed mogelijk de samenstelling en de voordelen van moedermelk na te bootsten. Het blijft een moeilijke opgave en gezien de complexe samenstelling van moedermelk is de ontdekking van de ‘evenmelk' nog niet voor morgen. Een voorbeeld: onlangs werd in Tucson, Arizona, een nieuw natuurlijk bestanddeel aanwezig in moedermelk bij 243 baby's en hun moeders geïsoleerd; TGF-bèta-1 (4). Deze groeifactor zou het risico op piepende ademhaling bij zogende kinderen voorkomen. Hoe langer de borstvoeding duurt, hoe langer het risico uitblijft. Kinderen die gedurende maanden borstvoeding krijgen hebben de hoogste cytokineconcentraties en hebben 78 % minder risico om met dit probleem geconfronteerd te worden. Kinderen waarvan de moeder zeer snel naar de fles overschakelde hebben lage TGF-bèta-1 waarden. Bemoederen is goed voor de gezondheid ….

Nicolas Rousseau,
Diëtist-Nutritionist

Referenties :
(1) 9e Conférence européenne sur la nutrition. Rome 1-4 octobre 2003
(2) Owen CG et al. BMJ 2003 ;327(7425):1189-95
(3) Michaelsen KF Ann Nutr Metab 2003 ;47:336 SH3.4
(4) Oddy WH et al. J Allergy Clin Immunol 2003 ;112(4):723-8

hoog van bladzijde

<< previous

Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés