.
 

Archieven> N°126 > @rtikel
article précédent image suivante

Wat met de probiotica?

Je hoort vaak praten over probiotica en nog meer over de probioticaclaims die verworpen werden door de Europese instanties. Zijn alle gezondheidsclaims die aan probiotica toegeschreven worden dan onterecht? Wij vroegen aan professor Edouard Louis, diensthoofd Gastro-enterologie van het Universitair Ziekenhuis van de Universiteit Luik (CHU Sart Tilman) om een en ander te verduidelijken.

De dossiers die ingediend werden bij de European Food Safety Authority (EFSA) voor wat Saccharomyces boulardii betreft, werden ver-worpen omdat het Agentschap meende dat er problemen waren met de karakterisering van de stam. Hoe moet men dat interpreteren?

De uitspraak van het EFSA is heel streng. De commissie verwachtte een stevig dossier, maar ze kregen niet alle gegevens die ze wilden. De afkeuring is inderdaad te wijten aan problemen met de karakterisering van de stam. Maar dat betekent in geen enkel geval dat het nut in vraag gesteld wordt van de bereiding van Saccharomyces boulardii die het statuut van geneesmiddel heeft (Enterol®). Die stam is namelijk zeer goed gekarakteriseerd. Het is dus uitkijken voor mogelijke verwarring. De redenen waarom een stam gekarakteriseerd moet zijn, schuilt in het feit dat de onderzoeksresultaten van een bepaalde stam niet geëxtrapoleerd kunnen worden naar een andere stam. Elke stam moet een duidelijke wel bepaalde identiteit hebben. Bovendien heeft de EFSA het in de uitspraak over voedingssupplementen en niet over geneesmiddelen waartoe Enterol® behoort.

De term probiotica op zich wordt al be-schouwd als een gezondheidsclaim. Betekent dit dat deze term niet meer gebruikt mag worden in de communicatie rond voedingssupplementen die geen gezondheidsclaim hebben die goedgekeurd werd door de EFSA?

Het woord probioticum zegt het zelf: het is een levend organisme dat een weldoende invloed op het organisme kan hebben als het in voldoende hoeveelheden wordt ingenomen. Als er geen bewijs is voor de stelling dat een product een weldoend effect heeft, dan mag het niet omschreven worden als een probioticum. Daarmee wordt het nut van probiotica niet in vraag gesteld, noch van het onderzoek dat errond gebeurt. Maar niet elk micro-organisme mag zich een probioticum noemen. De nieuwe regels gooien de probiotica niet overboord, integendeel, ze beperken het gebruik van de term tot die micro-organismen waarvan bewezen werd dat het probiotica zijn.

Heeft dat gevolgen voor de geloofwaardigheid van probiotica, Saccharomyces boulardii incluis?

Het gevaar schuilt in de verwarring. Er worden al jarenlang beweringen en suggesties de wereld ingestuurd, maar sommige daarvan zijn ronduit fout terwijl andere niet voldoende gestaafd zijn. Het zijn precies die claims die verworpen worden. Daarnaast moet men weten dat we meer dan ooit overtuigd zijn van het nut van de huidige onderzoekspistes en dat ze waardevolle elementen bevatten. Het doel van het Europese agenschap was: een onderscheid maken tussen wat bewezen werd en wat niet, tussen stammen die gevalideerd kunnen worden en stammen bij wie het nog aan bewijzen ontbreekt voor validatie. Het is een strenge, maar ook nodige selectie.

Zijn alle probiotica even doeltreffend?

Nee, natuurlijk niet! Aanvankelijk dacht men dat wel, maar in feite is het zo dat niet alle micro-organismen waarvan men beweert dat ze het statuut van probioticum hebben een weldoend effect hebben op het organisme. Sommige van die organismen zouden zelfs ongewenste effecten kunnen hebben. Dat toont ook aan dat het niet om placebo’s gaat. Er zijn wel degelijk biologische interacties tussen probiotica en hun gastheer. Deze micro-organismen hebben ook een metabolisch effect. Dat alles moet zorgvuldig nagegaan worden en dat is wat het EFSA doet. De interessante stammen die voldoende bewijzen geleverd hebben worden daar alleen maar beter -en geloofwaardiger- van.

Wat zijn de voordelen van een geneesmiddel in vergelijking met een voedingssupplement?

Men kan niet stellen dat één stam een intrinsiek voordeel heeft, tenminste als die stam voldoende gekarakteriseerd is. Het verschil in het voordeel van geneesmiddelen zit vooral in de strenge criteria waaraan geneesmiddelen moet voldoen, en dat in tegenstelling tot voedingssupplementen. Het gaat om twee ver-schillende categorieën met elk hun eigen vereisten. Als een micro-organisme erkend wordt als geneesmiddel dan heeft het een lange en strenge selectieprocedure ondergaan met heel wat tests en onderzoeken waaruit de impact op een of meerdere aandoeningen blijkt. Bovendien is het zo dat het om twee verschillende doelgroepen gaat: voedingssupplementen zijn bedoeld voor gezonde mensen terwijl geneesmiddelen gemaakt worden voor mensen met gezondheidsproblemen. Een supplement kan een weldoend effect hebben, maar het heeft een ander statuut dan een geneesmiddel.

Dr Jean Andris


Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés