.
 

Archieven> N°122 > @rtikel
article précédent image suivante

Fysieke activiteit: welke soort en voor wie?

De zomer nadert met rasse schreden. Deze periode is de ideale gelegenheid om patiënten te herinneren aan de weldaden van fysieke activiteit voor hun gezondheid. Maar welke soort, frequentie en duurtijd moeten we aanbevelen aan welke patiënten?

Sedentair leven is nu al de vierde risicofactor van sterfte op wereldvlak. Die neemt toe in heel wat landen met een uitgesproken weerslag op de prevalentie van niet overdraagbare ziekten en op de algemene gezondheid van de populaties. De WGO heeft in 2010 wereldwijd aanbevelingen geformuleerd over fysieke activiteit waarbij de duurtijd en de soort activiteit werd gespecificeerd in functie van de verschillende leeftijdklassen.

Kinderen en adolescenten

Als kinderen en jogneren fysiek actief zijn, verbetert daardoor significant hun cardio-respiratoir uithoudingsvermogen en hun spierkracht, hebben ze minder vetweefsel, een beter risicoprofiel voor cardio-metabolische aandoeningen, versterkt hun bot en hebben ze minder symptomen van depressie.

Uit diverse onderzoeken op dit gebied is gebleken dat kinderen en adolescenten elke dag minstens 60 minuten een matige fysieke activiteit zouden moeten beoefenen. Langer of intenser actief zijn zou nog bijkomende voordelen opleveren maar gegevens hierover zijn nog beperkt. Het is niet nodig 60 minuten aan een stuk door actief te zijn; men kan deze tijd ook opstapelen in de loop van de dag. (twee perioden van 30 minuten bijvoorbeeld).

Sedentaire kinderen en jongeren dienen geleidelijk aan meer fysiek actief te worden. Er wordt aanbevolen te beginnen met een geringe dosis fysieke activiteit en progressief de duurtijd, de frequentie en de intensiteit op te drijven.

tableau explicatif
Tussen 18 en 64 jaar

Net zoals bij kinderen en adolescenten geeft fysieke activiteit tal van voordelen voor de leeftijdsgroep 18-64 jaar: verbeterde cardio-respiratoir uithoudingsvermogen, spierkracht en bottoestand; verminderd risico op niet overdraagbare ziekten en op depressie.

Uit de beschikbare gegevens blijkt dat door regelmatige fysieke activiteit de verschillende biomedische merkers gevoelig kunnen verbeteren. Deze activiteit dient in de loop van heel de week te worden uitgevoerd (dat wil zeggen minstens vijf keer per week). Door de activiteit over heel de week te spreiden kan ze bovendien makkelijker worden geïntegreerd in de levenswijze door bijvoorbeeld korte afstanden te voet of met de fiets af te leggen. Doel is minstens 150 minuten matig fysiek actief te zijn verspreid over een hele week.

Ongewenste bijwerkingen in verband met fysieke activiteit zoals traumata aan skelet en spieren komen veel voor in de leeftijdsgroep 18 tot 64 jaar en nemen toe met de leeftijd. Maar die zijn over het algemeen heel beperkt vooral bij matig intensieve activiteit zoals wandelen. Door geleidelijk meer en intensiever actief te zijn is het ook mogelijk de risico’s op dergelijke bijwerkingen gevoelig te doen dalen.

tableau explicatif
En na 65 jaar?

Alhoewel de voordelen van regelmatige matige fysieke activiteit bij 65-plussers gelijkaardig lijken te zijn als bij volwassenen tussen 18 en 64 jaar, zijn de gegevens duidelijker bij senioren omdat sedentair leven bij hen nog veel meer voorkomt. Dor dagelijks fysiek actief te zijn zouden de cognitieve functies verbeteren en de risico’s op vallen en sterfte (door gelijk welke oorzaak) gevoelig verminderen in deze leeftijdsgroep.

Mensen ouder dan 65 jaar zouden minstens 150 minuten matig fysiek actief moeten zijn of minstens 75 minuten intensief of een equivalente combinatie van matige en intensieve activiteit, evenwichtig verdeeld over heel de week. Die wekelijkse activiteit mag ook verdeeld worden over periode van minstens 10 minuten. Mensen met een beperkte mobiliteit zouden een fysieke activiteit moeten beoefenen om hun evenwicht te verbeteren en om vallen te voorkomen minstens drie dagen per week. Spierversterkende oefeningen zouden eveneens minstens twee dagen per week moeten worden uitgevoerd.

Als mensen de aanbevolen hoeveelheid fysieke activiteit niet kunnen bereiken, dient hen te worden aangeraden zo fysiek actief mogelijk te zijn als ze kunnen.

tableau explicatif

Alexandre Dereinne

Referenties:

World Health Organization. Global recommendations on physical activity for health. 2010

Artikel PDF geraadpleegd

Geraadpleegd in mei 2012


Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés